Live no image

Published on juni 15th, 2019 | by snoeischaar

0

Amyl & the Sniffers: bij uitstek muziek door afkomst bepaald

Het is een warme vrijdagavond middenin juni. Gedecideerd bestijg ik mijn stalen ros en begeef me richting industriegebied Werkspoorkwartier. Oz-rockers AMYL & THE SNIFFERS treden daar op. Goede berichtgeving omtrent hun live-prestaties, gecombineerd met nieuwsgierigheid naar nieuwe locatie De Nijverheid drijven me daartoe.

Complimentje aan organisator Ekko want die locatie blijkt een schot in de roos. Lekker rauw en industrieel oogt de Nijverheid, het heeft een Berlijnse sfeer zouden beleidsmakers zeggen. Tja, want langzaam maar zeker zijn wij allen gewend geraakt aan gelikte muziekpaleizen en gaandeweg die omgekeerde verloedering zijn wij volledig uit het oog verloren waar het in de rock ‘n’ roll eigenlijk allemaal om begonnen is: dat het geluid niet perfect hoeft te zijn, dat men bij de ingang vergeet je kaartje te controleren, dat het publiek meehelpt als er een lamp uitvalt en dat een fotografe zittend op iemand’s rug haar werk doet terwijl het bier in het rond spat.

Zodra Amyl & the Sniffers het podium opstappen wordt meteen één ding duidelijk: deze lui dragen mullets. Bij ons heet zoiets een ‘matje’ en wordt het gezien als typisch aso en als een typisch jaren ‘80 verschijnsel (denk John van Loen, Maaskantje, etc.). Maar down under is een mullet gewoon een actueel ding, het halve continent loopt daar rond met een mullet, en wel eerlijk verdeeld over mannetjes en vrouwtjes. Dermate diep geworteld is de mullet in de Aussie society dat men er liever spreekt van een lifestyle. Dus wie er een mullet heeft hoort erbij en wie er geen mullet heeft is gewoon een hopeloze square! Zodoende is de mullet tot Australië’s culturele erfgoed gaan behoren, net zoals de didgeridoo, de boemerang, de gemarginaliseerde Aboriginal en de kangoeroe dat ook zijn.

Wie zich de moeite getroost die mullets even weg te denken ziet op het podium vier Australiërs in de korte levensfase verkeren die men ook wel ‘jeugd’ noemt. Die jeugdigheid vieren zij uitbundig en in al zijn facetten, en dat is prachtig om te zien. Ja, zoals een boer die zijn veulens in april voor het eerst de wei in laat dartelen, zo kun je daar als bezoeker tevreden glimlachend naar kijken. Maar wat zij daar op het podium nog niet weten is dat deep inside hun jeugdige torso’s de bierbuiken zich reeds aandienen. Op de loer liggen die buikjes, klaar om toe te slaan. Als er eenmaal voldoende halveliterblikken Foster’s ingeslagen zijn dan zullen die gemeen over broekriemen gaan bulken, om vervolgens nooit meer te verdwijnen. Als dat eenmaal een feit is zal ook voor Amyl & the Sniffers die lange levensfase aanbreken die men ook wel ‘volwassenheid’ noemt. Als een soort Cosmic Psychos zullen zij dan de aarde rondtollen, als onderdeel van een soort punky golden-oldies circuit, zich voor eeuwig en verdwaasd afvragend what the hell has happened with their lives.

En dan nog iets. Net zoals je hiphop onmogelijk los kan zien van het slavernij-verleden, zo kun je dit soort punkrock niet beschouwen zonder de geschiedenis van het land van afkomst erbij te betrekken. Want tja, meer dan 150 jaar lang werd Australië door hun Britse kolonisators behandeld als een strafkolonie. Alle opgepakte alcoholisten, criminelen, wees- en straatkinderen, hoeren, landlopers, bedelaars en andere a-socialen werden door de Britten steevast op de stoomboot naar het verafgelegen Australië gezet. Gedeporteerd heet dat. Op zo’n manier was men lekker verlost van dit scum, en op dat snikhete continent was zwaar werk zat, dat zou ze wel op het goeie pad brengen. Nou dat laatste is niet echt gebeurd want zoals wij allen weten is sociale ellende erfelijk en zoiets kan nog honderden jaren voortwoekeren, tot zelfs in de volksmuziek aan toe. Wel plantten zij zich voort als woestijnratten en ontwikkelden daarbij van lieverlee een curieus, bijna onverstaanbaar taaltje dat alleen met een beetje goeie wil als een volwaardig Engels accent gekenschetst kan worden.

O ja, en dan is er ook nog de muziek van Amyl & the Sniffers. Daarover is al voldoende gezegd dus ik hou het kort. Vieze en venijnig voortraggende punkrock, dat is het wel, helemaal in de traditie van die ene baanbrekende plaat uit 1977, “I’m Stranded” van the Saints, ook uit Australië natuurlijk. De songs van the Sniffers zijn ook nog eens gelardeerd met meerstemmige, catchy en staccato refreinen, vooral daarin onderscheiden zij zich van de meute. De aanstekelijke presentatie van spring-in-het-veld frontvrouwe Amy Taylor doet de rest. Gaat ze zien voordat bierbuiken het uitzicht definitief verpesten!

(all pics by Dab)

Comments

comments

Tags: , , , ,


About the Author



Comments are closed.

Back to Top ↑