Museum no image

Published on januari 24th, 2013 | by snoeischaar

5

Giorgio’s bubblegum periode, appendix 1A

Zoals bekend verschijnt binnenkort eindelijk de langverwachte biografie van Giorgio Moroder, van de hand van Drs. D. E. Bramster. Eergisteren stond hier op de K-Zaag al een eerste voorpublicatie. Op het gevaar af dat ik hem voor de voeten loop, wil ik toch graag van de gelegenheid gebruik maken om snel nog even wat kanttekeningen te plaatsen bij Giorgio’s bubblegum-periode.

Allereerst is er die Nederlandse curiositeit, het liedje Everybody Join Hands van Debbie uit 1972. Het liedje is geschreven door Giorgio! Alleen ik kom er maar niet achter of dit nou een cover-versie is van een eerdere Giorgio-opname, of dat Giorgio dit speciaal voor haar geschreven heeft???  Wel is er ook een Duitstalige versie bekend van dit nummer  (Denn Ich Liebe die Welt door Daisy Door). Iemand die het weet?

Debbie was een Haarlemse zangeres – echte naam Ria Schildmeyer  – met wie (de Haarlemse) platenmij Ariola grootse plannen had. Haar ongeveer gelijktijdig uitgekomen LP ‘Debbie in Olympic’ werd opgenomen in de fameuze Olympic Sound Studios in Londen onder productionele leiding van ene Roger Watson. Daarna nam ze nog twee langspelers op, maar veel succes had ze er niet mee.
[youtube http://www.youtube.com/watch?v=iE3JcpjPrXE]
Erotiserend heupwerk, maar dat playbacken lijkt nergens op, Debs!

Tekstueel is het liedje overigens tamelijk rampzalig, met veel valse maatschappelijke betrokkenheid. Foei Giorgio! Begin jaren 70 was dat quasi-geengageerde nogal in vogue (denk Robert Long), begin  jaren ‘90 prachtig geparodieerd door Arjen Ederveen met het typetje Ron Selling

Ten tweede is daar nog de Morrissey connectie. In interviews gaf hij aan dat hij ooit (samen met zijn broer Johnny Marr) met de oto helemaal naar Bristol reed om daar het plaatje Good Grief Christina van Chicory Tip te scoren. Dat was in the early 80s, hij was helemaal gek van dat nummer, ook een Giorgio compositie. Een uitspraak die nog steeds verbazing wekt want a) zo bijzonder is dat nummer helemaal niet en b) zo moeilijk verkrijgbaar is dat nummer helemaal niet, het was een hitje, ook in de UK.

Ten derde nog even aandacht voor Gioirgio als de enigszins onbeholpen tekstschrijver die hij is. Een Engelse gast die ik ken maakte zich eens ontzettend vrolijk over het liedje Underdog uit 1971.
[youtube http://www.youtube.com/watch?v=rd5tJtQF_Eg]
Let daarbij vooral even op de volgende strofe:

Every girl he’s met has got him so upset
Treating him bad with no sign of regret – they don’t care
So he went to a brothel to pay for love
The whores looked at him and started to laugh – so unfair

Giorgio ziet er in het filmpje een beetje besodemieterd uit, alsof hij zelf net uit dat bordeel gestrompeld komt! Nee, van zijn looks en uitstraling moest Giorgio het duidelijk niet hebben. De conclusie ligt dan ook voor de hand dat hij als producer veel beter op zijn plek is/was dan als uitvoerend artiest.

Ten vierde nog even Son of my Father van Chicory Tip. Behalve een doorbraak voor Giorgio geldt dit nummer in Engeland ook als de allereerste hit waarin een Moog /syntheseizer-SOLO inzat! Dubbele doorbraak dus!  Dan is het geinig om te bedenken dat Son of my Father uit 1972 stamt, terwijl Underdog (waar ook een Moog-solo inzit) een jaar ouder is! Underdog was geen hit in Engeland, wel in Duitsland. Kortom: het continent liep qua muzikale ontwikkeling vóór op de UK, o zo!

Okay drs, kom maar op met dat tweede deel!

giorgioo

Enerverend plaatwerk, maar die ene ontbreekt mooi bij mij

Comments

comments

Tags: , ,


About the Author



5 Responses to Giorgio’s bubblegum periode, appendix 1A

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back to Top ↑