Live

Published on september 4th, 2019 | by snoeischaar

1

Hé, ga je mee naar Into The Great Wide Open?

Vlieland is langgerekt en smal. Het is het Chili van de Waddeneilanden zogezegd, een soort Texel met anorexia. Into The Great Wide Open vindt daar al zeker een jaar of tien plaats. Nooit eerder was ik op het idee gekomen om daarheen te gaan, maar een vriendelijke uitnodiging kwam zomaar binnen (voor het eerst in het bestaan van de Zaag!), en zoiets waag je niet af te slaan natuurlijk.  Naïef als ik ben ging ik vervolgens puur op de naam van het festival af. In blijde verwachting zag ik reeds voor mijn geestesoog iets groots, wijds en opens opdoemen. Maar de realiteit deed me ruw uit die droom ontwaken. ITGWO vindt heel geconcentreerd plaats op een handjevol podia op en rondom camping De Stortemelk. Een man of 6.000 mogen zich kaartjesbezitter noemen en om te beginnen moeten al die 6.000 luitjes ook ergens pitten natuurlijk. Dus je begrijpt wel, dat tentenkamp is bomvol, een stortevloed aan kriskras geplaatste tentjes. Calais-achtige toestanden joh, ik moest daar even stevig aan wennen. 

De naam ‘Into The Great Wide Open’ suggereert ook dat er bij het binnentreden voor de drukbezette stadsmens tijd en ruimte is voor reflectie en introspectie. Nou, als dat je wens is moet je je juist aan het festival onttrekken en de natuur infietsen, anders komt daar weinig van terecht. Het blokkenschema van ITGWO blijkt al net zo propvol en stressbezorgend als die van elk ander festival. Maar verder niks te klagen hoor. Iedereen is hartstikke aardig tegen elkaar en ook op muziekgebied is het bij tijd en wijle flink genieten geblazen. Overigens, alle onderstaande live-foto’s zijn van Anne-Marie van Rijn.

Veel enthousiasme was er over de Whispering Sons (België) maar ik heb ze gemist

Opvallend veel dames lopen er op dit festival rond, zeker 57 % schat ik. ‘Je moet altijd zorgen dat je de vrouwen binnen hebt, dan komen de mannen vanzelf,’ luidt een gouden horecawet en dat hebben ze hier verdomd goed begrepen. Tja, the future is female, zegt men weleens. Die vrouwelijke dominantie (blank, hoogopgeleid) geeft ook wel weer iets vertrouwds, je waant je soms op de Parade of in de binnenstad van Utrecht… En het heeft ook weer zijn weerslag op het soort mannen dat er rondhobbelt. Je weet wel, het lichtgetatoeëerde type dat alles wel best vindt, in de kern is hij wat sullig en volgzaam. Nee, een gezond, oud-Hollandse knokpartijtje is wel het laatste wat hier zal uitbreken!

Lekker de natuur in

Over dominantie gesproken, in de ochtend, middag en vroege avond overheersen de voelgoedbandjes en de wegdroommuziekjes. Niksaanhethandje nu-soul, ukuntgerustgaanslapen americana en hetgettoisverweg hiphop slaan de klok. Ideale muziekjes om op een kleedje bij neer te vlijen of af en toe een dansje bij te wagen. Sommige podia zijn pal tegen de kust aan gelegen zodat je zelfs liggend aan het strand en krabbend aan je kruis er gewoon van kan meegenieten.

In die sferen bevindt zich ook het Nederlandse YIN YIN, ze zitten op hetzelfde label (Bongo Joe) als Altin Gün en zoals die band ogen en klinken ze ook een beetje. Het zijn vier leuke, goedlachse boys die niet vies zijn van een potje swingen. Echte Amsterdamse geinponems, bij hen is het goed grooven geblazen, ze krijgen het publiek met gemak mee. Een dubbelloops gitaar dient vooral als stage prop. Lange instrumentale stukken spelen ze, want teksten, die zitten hen alleen maar in de weg. Een groot verschil met Altin Gün is dat de muziek van die laatsten serieus geworteld is in een specifieke (Turkse) cultuur, terwijl de zogenaamde ‘Thaise’ invloeden bij  Yin Yin met een korrel zout genomen dienen te worden, Sterker nog, dat oriëntaalse nemen ze eerder op de hak, getuige ook de kekke kimono-achtige gewaden waar het viertal zich vandaag  in heeft gestoken. Maar een leuke band hoor, al sla ik Altin Gun nèt iets hoger aan.

Twee keer Squid

SQUID is een bandje uit Brighton met een zingende drummer. Hun muziek moge dan opgebouwd zijn uit tal van instrumenten (trompet , keyboard, een hele rommelmarktkist vol percussiespulletjes) en mede daardoor nogal ondefinieerbaar en eclectisch overkomen, toch zit er wel degelijk veel kwaliteit in. Pere Ubu ten tijde van ‘The Modern Dance’ hoor ik erin, evenals de zanglijnen van Girl Band en de uptown funk van de Parquet Courts. Maar anderen zweren dat LCD Soundsystem the main source of inspiration is, en wéér anderen kicken op die trompet en houden het wellicht bij de Gebroeders Brouwer. Kortom , moeilijk te duiden dit, alleen een langspeler kan uitwijzen waartoe zij werkelijk in staat zijn, al voorzie ik dat het eindresultaat sterk afhankelijk is van de keuze van de producer. Zo’n eigenzinnig persoon kan een plaat tenslotte maken of breken, kijk maar naar Black midi, die hadden toch wat beter verdiend.

Goeie verhalen had ik vooraf gehoord over de muziek van SUPERORGANISM. Een Londens achttal, hun zonnige, opbeurende klanken moet je zoeken in de hoek van Tame Impala, Tom Tom Club en Dee-Lite. Op de plaat, en ongetwijfeld ook op de dansvloer, klinkt het allemaal reuze lekker, niks mis mee dus. Problematischer wordt het als ze hiermee het podium opstappen want dan wreekt zich het feit dat dit een in een studio uitgebroed project is. Live klinkt Superorganism veel te ‘af’ om te geloven dat dit zomaar ter plekke uitgevoerd wordt, oftewel men doet alsòf men het allemaal zelf staat te spelen. Boerenbedrog heet zoiets. Een drietal achtergrondzangers/essen op de voorgrond is vooral druk in de weer met steeds wisselende kledij en theatrale attributen. Onderwijl werken een paar anoniem ogende muzikanten zich zogenaamd in het zweet. Tegen de achterwand een collage van immer bewegende, ‘coole’ beelden. MTV in de overdrive, kauwgom voor het oog. Onbedoeld benadrukt het de leegheid van deze band. De frontdame wil graag dat het publiek meedoet en naar haar pijpen danst. Dat lukt niet echt, stampvoetend probeert ze haar zin te krijgen. Als azijn niet lukt probeert ze het met honing (‘you Europeans are so cool!’). Ja, daag! Halverwege hou ik het voor gezien.  Wanneer ik het bospaadje afloop en de band me nog tot in de verte achtervolgt valt pas op dat ze ook nog eens flink vals zingt. Het voelt als een boskraai die ik van mijn schouder probeer te slaan.

Maar let op, later op de avond, als de duisternis valt, dan leeft Vlieland op  Dan worden er muzikale noten gekraakt, ja dan kan het er zelfs gemeen aan toegaan. Zaal De Bolder, pal naast de campingwinkel gelegen, is een ware openbaring.  Een heerlijk simpele ‘schoenendoos’ met een ouderwetse parketvloer dat qua oppervlakte in de buurt van pakweg de grote zaal van Paradiso komt (serieus!). Het geluid is er ook nog eens bijzonder goed, ja als vanzelf ga je met enige weemoed terugdenken aan voorbije glorie, aan de ouwe Tivoli’s, Effenaren, Melkwegen en Doornroosjes van deze wereld. Och och die sloophamer, kon die niet beter in de binnenzak blijven?

Twee keer Lewsberg, met zanger Arie van Vliet (onder)

Sorry mams, ik kan het niet laten om opnieuw (voor de 4e keer binnen een jaar) LEWSBERG uit te checken, je weet wel die Rotterdamse helden die laten zien dat er ook in de 21e eeuw bestaansrecht is voor koud-zakelijke Velvet Underground grooves. Verheugend vind ik dat  het spel van gitarist Michiel Klein in de nieuwere Lewsberg-nummers een steeds prominentere plek inneemt. Weirde, soms ijselijke, door merg en been gaande  ‘solo’s,’ ongeëvenaard in de huidige popmuziek waarin gitaristen überhaupt veel minder karakteristiek aanwezig zijn dan vroeger (voorbeelden te over). Het wachten is nu alleen nog op die tweede, alles verpletterende plaat van Lewsberg. Mijn voeten jeuken, ik voel het, een nieuwe Nederpopklassieker zit er aan te komen, dat kan bijna niet anders!

Drie keer Equal Idiots

‘Rooien en valen zijn donderstralen,’ zei mijn opa altijd al als hij het over koeien had, en die wijsheid blijkt ook op te gaan voor Belgen. Want als een duveltje uit een doosje raast Thibault Christiaensen, de ene helft van EQUAL IDIOTS over het podium. Een rossig ventje is Thibault, een kruising tussen John Dwyer en André van Duin zeiden we een paar jaar geleden nog grinnikend tegen elkaar, toen de band in Rotown aantrad. Twee piepjonge gastjes waren het toen nog, een drummer en een zanger/gitarist hadden de boel op zijn kop gezet met dolenthousiaste garage-rock n roll. Het was toen in Rotown niet eens de muziek die het ‘m deed, maar vooral dat ongekende enthousiasme. Maar kijk nou toch eens: de Equal Idiots zijn groter gegroeid, de kereltjes zijn kerels geworden. De drummer heeft zich zelfs een stijlvolle snor aangemeten  Zeer zelfverzekerd staan ze nu op het podium. ‘Ca va !?’ Maar ja, ze staan dit jaar dan ook op Pukkelpop. Main stage! Tweetal of niet, de Equal Idiots klinken als een complete band, je mist er niks an … zodra het effe kan gaat drummer Pieter recht opstaan om het publiek wild op te jutten. En Thibault? Hij is ook nog eens kampioen gekke bekken trekken. In zijn beste Nederlands toont hij zijn verbazing over onze snackbars en over onze (hij kan het woord bijna niet uit zijn bek krijgen) ‘patat.’ ‘Dan vraag ik om curryketch-up en dan vragen ze aan mij of ik curry of ketch-up wil!!!’ Nou ja, zeg!  Zoveel onbenul heeft hij nog nooit meegemaakt, hij kan er met zijn pet niet bij. En hoppa, daar wordt de volgende tophit alweer ingezet. Nirvana is er niks bij, de moshpit zwelt aan..  The Kids en Plastic Bertrand kunnen gerust gaan slapen, hun erfenis is in goede handen.

Drie keer The Murder Capital

Zware kost is het bij THE MURDER CAPITAL. Een jonge Ierse band die zweert bij early 80s doomrock. Persoonlijk heb ik dit soort muziek allang achter me gelaten, maar steeds weer duiken er bands op die ermee aan de haal gaan en er ook nog eens veel succes mee boeken (Sister of Mercy, Editors, Interpol). Het geluid is bekend: van onder uit de put, gitaren in mineurstemming, drums klinken tom tom heavy en tribal. Bij Murder Capital staat frontstage een vent, gekleed in een gitzwart doodgraverpak met een knalwit opengeknoopt overhemd eronder. Een zwartgeverfd Heinrich Himmler-kapsel maakt het af. Wat bezielt hem? Je zou verwachten dat Ierland inmiddels een modern Europees land is geworden, bevrijd van het juk der katholicisme. Maar die indruk geeft The Murder Capital bepaald niet. De sfeer van tuchthuizen, van lijfstraffen, van rats, kuch en bonen, van een handtastelijke moeder overste … het hangt als een grauwsluier boven deze band. Nogal dwingend, intens en onheilszwanger komt het over. Ierland op zijn loodzwaartst en katholiekst. Maar uiteindelijk blijf ik hier onbewogen onder, het is vooral bangmakerij ben ik bang. Hoe gevaarlijk is deze band? Is dit de nieuwe Joy Division of zijn dit de nieuwe Editors? Eerder het laatste, vrees ik…

Twee keer Pottery

Een enorme verrassing op de zaterdagavond is POTTERY, een vijftal uit Montreal, Canada. Bijna uit het niets komen ze, maar eigenlijk al vanaf de eerste seconde blijkt welk een gedreven unit dit is! Zeer powerful en eendrachtig werken ze zich door een dynamische set heen dat bolstaat van de new wave invloeden: DEVO, Pere Ubu, Talking Heads en de dragende orgelsound van de vroege Modern Lovers, we horen het allemaal voorbij komen Dat, aangevuld met wat moderne dance-punk a la LCD Soundsystem en Zappaeske art-rock, en gekoppeld aan een poepgatstrak samenspel en een meerstemmige, soms zelfs vijfstemmige (!) samenzang, maken dit een unieke band. Ze hebben net een paar UK-optredens achter de rug maar lijken nogal beduusd van de respons die hen in De Bolder ten deel valt. Ik zeg terecht! Laat deze band je niet ontlopen! Geluk zal je deel zijn.

Drie keer Wand met Cory Hanson (boven)

Oh ja ik zou het bijna vergeten, dan was daar ook nog WAND. In de schaduw van LA-grootheden als Ty Segall en Thee Oh Sees opereren types als Cory Hanson, alsook Tim Presley en Cate le Bon. Ze kennen elkaar allemaal, maar waar die eerste twee bijna permanent toeren en in hoog tempo platen uitbrengen daar gaan die laatste drie zorgvuldiger en serieuzer te werk. Werk van een hoog artistiek niveau is wat ze nastreven, platen zijn meer artistieke statements. Cory Hanson is een onrustige geest. Zijn band WAND is nu al voor de tigste keer op pad in Europa en telkens als je hem treft lijkt hij zijn bakens alwéér te hebben verzet. Je kan wel stellen, zijn streven om al gitaarspelend en met zijn helium-stem zingend in hogere sferen te geraken is de enige constante factor bij Wand. In de handen van Cory Hanson gaan gitaren als vanzelf gieren en zingen. Hij maakt er de gewoonte van om halsbrekende gitaarduels aan te gaan met de tweede gitarist. Waarbij die dual guitar riedels dus steevast crescendo gaan, altijd maar weer hemelwaarts… Wand mag dan wel sporen prog, garage en a touch of glam in zich herbergen, bovenal hebben ze een geheel eigen geluid. Veel  platen zullen ze er niet mee verkopen, het is ook geen muziek die je zomaar effe meefluit tijdens het zwientje tikken (in De Bolder gingen op deze laatste dag van hun toer de overgebleven merch-spulletjes in de uitverkoop), maar zoveel eigenzinnigheid dwingt respect af.!

Voetnootje: op London Calling (25, 26 oktober) spelen The Murder Capital en Squid

Comments

comments

Tags: , , , , , , , , ,


About the Author



One Response to Hé, ga je mee naar Into The Great Wide Open?

  1. Pingback: Sheer Mag en RVG schitteren op London Calling, ondanks kutgeluid Paradiso - DeKettingzaag

Back to Top ↑