Overig no image

Published on april 18th, 2012 | by snoeischaar

4

Lekker in een gehuurde Ford naar Texas tuffen, part 2

In deel 1 van dit razend interessante logboek was ik glad vergeten te vertellen over ons eigenlijke excuus-reisdoel, de Mardi Gras! De Mardi Gras, dat is natuurlijk het plaatselijke carnaval en volksfeest. In Europa niet zo bekend, maar in Amerika heeft het een enorme naam. Tegenwoordig verovert het ook de wereld een beetje, zo was er laatst op tv een Sydney Mardi Gras te zien. En carnaval betekent in NOLA zes dagen lang parades in de straten, vier maal per dag. Zo’n parade betekent een bonte stoet, steeds vooraf gegaan door marching bands en afro-amerikaanse dansmariekes. Gevolgd door negers in tractors die grote opgetuigde karren voorttrekken waar vanaf waanzinnige hoeveelheden rotzooi (vooral kettingen van plastic) in het publiek gegooid worden, dit tot dolle vreugde van het massaal toegestroomde volk. Het hele zootje komt tot een schitterende apotheose op dinsdag, dat dan ook Fat Tuesday genoemd wordt. Op die dinsdag om 24.00 uur volgt dan een laatste ritueel, the New Orleans Police veegt in één grote gecoördineerde actie al het geteisem van Bourbon Street. Met zachte hand hoor, maar dan is het ook echt helemaal afgelopen.

Elke parade kent zijn eigen route en wordt steeds door verschillende “krewes” georganiseerd. Die krewes zijn meestal naar buurt of wijk onderverdeeld (Krewe of Carrolton), maar je hebt ook meidenkrewes (the Krewe of Muses), een all-black Krewe (Krewe of Bacchus) en de meest legendarische krewe: de Krewe of Zulus die op dikke dinsdag zijn opwachting maakt. Daartussendoor paraderen dan weer prachtig aangeklede karakters als Mr. Big Stuff, hun veren en maskers verraden voodoo en Haitiaaanse invloeden.

Je kan de Mardi Gras op verschillende manier beleven. Zo heb je de studenten die hun springbreak hebben, het is een goede Amerikaanse gewoonte om dan naar de Mardi Gras af te reizen om daar de bloemetjes eens flink buiten te zetten, vooral in de kakofonie van Bourbon Street. NOLA is niet voor niets de enige stad in de USA waar je op straat alcohol mag drinken, en dan niet eens vanuit zo’n bruine papieren zak. Vanaf de balkons worden kettingen geworpen, en de meisjes die ze opvangen doen dan aan het zogenaamde titty-flashing, een stukje Amerikaanse folklore dat naar mijn weten het Europese continent nog niet heeft bereikt. De kunst hierbij is om op het juiste moment je instemming te betonen met de leuke gebeurtenissen die gaande zijn, en je doet dat door even gillend je T-shirtje op te lichten. En dan is het dus gewoon even van je rats!, de hele bende in de uitverkoop, naar mijn inschatting op zijn minst een goeie spieroefening. Verder heb je ook nog de toeristen en het dagjespublikek. Zij staan braaf langs de kant de parades te bekijken en zijn allang blij als ze een paar kettingen (‘beads’) opvangen, altijd leuk voor thuis. En dan heb je natuurlijk nog mensen zoals wij en de locals, zij hebben het Mardi Gras pas echt goed begrepen en keren zich af van de meute, van het centrum en van het kettingengedoe, en vieren Mardi Gras zoals het gevierd moet worden: MET SMAAK EN IN STIJL!

Maar goed, na een week hectiek in THE BIG EASY willen we wel eens wat anders, en we besluiten te moven richting Austin, Texas. Toch blijkt een simpele daad als het huren van een auto zelfs in the USA toch anderhalve dag te kunnen duren, want alles is simpelweg vol gereserveerd. Zelfs de hulp van hotelpersoneel mag niet baten. Dan maar ten einde raad met de Greyhound een end weg zien te komen en overnachten in – zo blijkt- Lafayette. Vervolgens daar eindelijk een auto te pakken gekregen waarmee we het die dag redden tot Winnie, Texas. De omweg ernaar toe is prachtig, een paar honderd relaxte mijlen langs de Mexicaanse Golfkust, dus bayous, water, boortorens, pink flamingos en crawfish-kwekerijen zo ver het oog reikt. Reisgenote L. blijkt een begenadigd chauffeuse, terwijl reisgenoot C. een vaardig navigator blijkt, dus kan snoeischaar met een gerust hart achterin de huurauto een tucky doen.

Net zoals dat vroeger in het oude Europa nog mogelijk was, veroorloven we ons in de USA om ouderwets romantisch een stad binnen te komen en als allereerste activiteit op zoek te gaan naar the best recordshop in town. In Austin is dat Waterloo Records, meer een supermarkt dan een platenzaak, gewoon vol met mensen. Daar had ik ook een een plaat in mijn handen van een lokale band die zich The Dikes of Holland noemt, wat een debiele naam! …Ook nog een al even bizarre flyer gevonden van hunnie.

Al veel van Austin gehoord, een liberaal studenteneiland middenin redneck Texas, de stad met de grootse bardichtheid van Amerika. Daarnaast natuurlijk ook bekend van het South by SouthWest (SXSW) festival waar jaarlijks steevast een rits onbenullige Nederpop bands heengezonden wordt (meestal afkomstig uit Amsterdam, want lekker dicht bij de subsidiepotten), om daar voor anderhalve man and a horsehead op te treden. Waarna die verwende snotneuzen bij terugkeer steevast verkondigen “interessante contacten” opgedaan te hebben, om er vervolgens nooit meer iets van te horen natuurlijk. Hup Halbe Zijlstra denk ik dan…

Afijn, die bardichtheid is er wel, alleen dat alles zo waanzinnig geconcentreerd zit op één straat (6th street namelijk) had ik niet kunnen vermoeden. Stel je Rotown, Stalles en Cafe Belgie strak naast elkaar voor en vermenigvuldig het met 150 en je hebt 6th street… . Op zaterdagavond rolt de herrie je van alle kanten tegemoet, overal beschaafd brallend studentenpubliek, overal openstaande kroegramen,  als je naar binnen kijkt sta je steevast tegen de rug van een of andere drummer aan te kijken. Het is duidelijk dat deze stad er een beleid van maakt om live-muziek zoveel mogelijk te promoten. Anders gezegd, dit is the self-proclaimed Live Music Capital of the World!

We gaan het meteen uitchecken in Beerland, een van de meest bekende rocktenten daar. Nou dat valt niet tegen, die avond speulen er een stuk of zes bands, en ik moet zeggen, door een combinatie van Tequila-shots, Shiner Bock-biertjes en de aanwezigheid van een heerlijk domme flipperkast gaat het meeste langs me heen. Maar de leukste band op deze avond is zondermeer het Austin-trio BLOODY KNIVES. Ze zetten een soort felle en bezwerende groove neer, een soort trance (no offence Tiesto!), ook wel industrial shoegaze genoemd hoorde ik, nou nou…. De bassist is een ijdeltuit en onbedoeld komisch met zijn Andrélon-kapsel dat hij flink laat wapperen, dit tot grote hilariteit van de dames in het gezelschap.


[youtube http://www.youtube.com/watch?v=HIJNjZ_SBG0]

Zondag. Het is vandaag precies 80 jaar geleden dat Johnny Cash het levenslicht zag, en Austin viert dat met een heuse Johnny Cash Birthday Bash in een tent die The Parish heet. De hele avond treden er lokale bands op, er worden vanzelfsprekend vooral covers van de meester gespeeld, best wel leuk en vooral relaxed. Speciale gast is EARL POOLE BALL, een pianist en lokale legende die 20 jaar lang in de band van Cash speelde. Eerlijk gezegd nog nooit van die vent gehoord, maar zoiets wekt wel de interesse op natuurlijk. Wij komen ‘s avonds lekker vroeg al om kwart over acht binnenzetten, de eerste band is dan al aan het spelen. Maar, niet te geloven, we missen Earl op een haar na. Hij zit al lang en breed op het podium mee te pingelen en kondigt aan nog welgeteld twee liedjes te zullen gaan spelen Tien minuten later wordt hij als een held toegejuicht en het podium afgeholpen, want hij is wat slecht ter been. Weer tien minuten later zie ik deze zelfde held in zijn eentje wegbenen, hinkepinkend op krukken de zaal aan de achterkant verlatend. Over roem en vergankelijkheid gesproken…
[youtube http://www.youtube.com/watch?v=fupfwwq42SE]
In Austin logeren we bij Brian en zijn lieftallige vrouw Donna, die op een “ranch” wonen niet ver buiten de stad. We kennen hem nog van een eerder bezoek aan Memphis; leuke gast die ervan houdt om VERHALEN te vertellen. Trots vertelt hij over zijn eerste ontmoeting met Donna, hij was vooral verliefd op haar geworden vanwege een aantal legendarische concerten dat zij had bezocht, zoals een optreden in Austin van The Seks Pistols tijdens hun beruchte tour door het zuiden van de US. Grappig hoor. Uitgestrekt op de sofa en enigszins beteuterd leg ik ze geduldig uit dat zulk soort vrouwen bij ons helaas een zeldzaamheid zijn, en dat het meest spectaculaire dat Nederlandse vrouwen doorgaans meegemaakt hebben de Doldwaze Dagen van de Bijenkorf zijn. Ze knikken instemmend en doen er verder het zwijgen toe.   Brian klaagt nog wel over de zakkende huizenprijzen in Texas en over rijke Californiërs en Irakezen (!) die overal in de buurt voor weinig geld property opkopen, en het ergste nog: “…they don’t even negotiate!” (svp van dat laatste woord de tweede lettergreep enigszins verbitterd uitspreken). Wie ook in de buurt woont is Robert Plant, ze zien hem wel eens een restaurant binnenkomen in de stad, a very handsome man, daar zijn ze het roerend over eens.

De volgende ochtend: in een willekeurige mall lopen reisgenoot C. en ik wat verloren rond. In een gangpad staat een vrouwelijk personeelslid van een jaar of 60 met een presenteerblad in haar handen, ze deelt toastjes met tonijn uit aan het winkelende publiek. Als ze ons in het oog krijgt roept ze; “Hey, are you guys from Europe?” Als we verbaasd bevestigend antwoorden zegt ze opgewekt “Yeah, I could tell because you look so classy!”. Kijk, dat noem je nou een goed begin van een dag, we hebben er meteen een vriendin bij!   Maar haar verhaal is schrijnend. Ze blijkt New Orleans ontvlucht te zijn nadat Katrina haar huis had verwoest en 19 relatives om zeep had geholpen. Ze zou best wel terug willen maar heeft geen geld, geen huis, geen familie. Dit soort verhalen wordt dan binnen een paar minuten en met een smile verteld, zou je in Europa niet zo snel tegenkomen. Trots vertelt ze ook nog dat ze vroeger in New Orleans cocktail girl was, en ook groupie van some famous rock n roll bands.”O ja, van welke bands dan mevrouw?” Nou, zegt ze, van Donovan en Weather Report. Wij later gniffelen, haha, van Donovan en Weather Report!

Nog wat losse impressies:

–        Economisch nieuws: een nieuwsflits op Fox News: “The prices of executions are going up” . Gaat erom dat de prijs van pillen waarmee ter dood veroordeelden in Texas omgelegd worden nu al het schrikbarende niveau van 1300 dollar per stuk bereikt hebben. Het wordt gebracht alsof het de normaalste zaak van de wereld is

–        Culinair nieuws op TV: met bacon kun je zoveel doen! Bijvoorbeeld met zo’n heerlijk chocolade omhulsel!

–        Radio: Qua radio (on- en offline) is Amerika veruit superieur aan Nederland. Loop een willekeurige supermarkt in om een zakkie M&M’s te kopen, en voordat je het zelf door hebt sta je bij de pharmacy-afdeling de meest domme verpakkingen te bestuderen, alleen maar omdat je niet weg wilt lopen van die prachtige liedjes die zomaar vanuit de intercom over je heen gestrooid worden. Ik bedoel: The Spider and the Fly van the Rolling Stones, om 3 uur ‘s middags gewoon op de radio! Wat een schril contrast met het godsgruwelijke geleuter van de “radio-dj’s” hier!

Op de terugreis naar NOLA nemen we andere route, nu eens door de backlands van Louisiana. Dat betekent eindeloze rijen shotgun houses, trailer parks, en de kleur van roest dat alles overheerst. Nee dit is niet bepaald het rijkste gedeelte van de USA. New Orleans benaderen we van de andere kant, en dat betekent de brug over Lake Pontchartrain nemen, de Lake Pontchartrain Causeway, de langste brug ter wereld (38 kilometer ofzo). Een prachtige belevenis, het water is meer een binnenzee dan een Lake en het ligt vandaag rimpelloos te schitteren in het nevelige zonlicht.

Veruit de bekendste platenzaak van New Orleans (en misschien ook wel van heel zuidelijk Amerika) is de Louisiana Music Factory in Decatur Street, alwaar reisgenoot C. en ik dan ook onze slag slaan. De knakker achter de toonbank beziet onze aankopen, en tipt welwillend een andere zaak, Domino Records op Bayou Road. Afijn, wij het hele klere end lopen naar een buitenwijk, blijkt die zaak dicht. We ploffen neer op het bankje dat naast de ingang staat en dik drie kwartier later komt er een ouwe barrel aangekacheld, met daarin een vieze ouwe hond en een jongedame. Ze draait het raampje open en zegt vrolijk: “Sorry guys I’m late,… but I”ll give you a discount!” . De zaak blijkt geen verkeerde tip te zijn, ik koop een prachtig stapeltje early 60s r&b-singles en wat local stuff (reisgenoot C. houdt het bij gospel en –heel hip- cassettes!). En als we even doorsnuffelen blijkt dat de winkel zelfs zijn eigen platenlabel heeft: Domino Sound Records. En nog mooier: ze hebben ook een plaat van De Kift uitgebracht!  Zij hoopvol: “Are they famous in Holland?” Wij: “well ..ehhhh”

Na zulke mooie inkopen hebben we het volle recht op een versnapering, vinden we. Gelukkig is er schuin tegenover de winkel een “Cajun Cooking,” een soort volkskantine vol met zwarte medeburgers, een all-you-can-eat joint, alles voor slechts 5.99 dollar. Maar ongelooflijk, van alle restaurants die we deze twee weken uitgeprobeerd hebben, blijkt deze tent met kop en schouders boven alles uit te steken. Het buffet telt zo’n 60 verschillende gerechten, zo proeven we stukken maiskolf, kokostaart, gumbo, kaasbroccolli en zoete aardappels die smaken als stoofperen. Echt achterlijk lekker allemaal!

Volgende reisdoel: “Ernie K-Doe’s Mother-in-Law Lounge”. Dit is een soort muziekcafé annex bedevaartsoord dat ooit opgezet is door local legend Ernie K-Doe (check zijn hits Mother in Law en Here Come the Girls). Na zijn dood in 2001 heeft zijn vrouw Antoinette de tent een tijdje draaiende gehouden, totdat ook zij overleed. The Mother-in-Law Lounge blijkt nu gesloten, balen. Curieus ook, de gemeente New Orleans heeft het tot een soort monument verklaard en van een mooie bronzen memorial plaquette voorzien. Maar tegelijkertijd is de tent op last van diezelfde gemeente gesloten omdat de dochter van Ernie K-Doe (die de zaak voort wil zetten) niet de vereiste vergunningen heeft. Buiten staat een getatoeëerde gozert de muren verder te verfraaien met geschilderde odes aan “The Emperor of the Universe,” zoals Ernie zichzelf graag noemde . Een geanimeerd gesprekje volgt, hij praat met een vette southern drawl, en neemt alle tijd. “So you guys are from Holland? do you know Harry Merry?”

Clipje vanuit de Lounge in 2001, een paar maanden voor zijn dood:
[youtube http://www.youtube.com/watch?v=VHo16wKMos8]
Een ander cultureel NOLA-icoon is natuurlijk A Confederacy of Dunces (Een Samenzwering van Idioten) van John Kennedy Toole, het boek dat in Nederland vooral in de jaren ’80 furore maakte en waar je –verhip zeg- tegenwoordig vrijwel niemand meer over hoort. Op Canal Street staat een heus standbeeld van hoofdpersoon Ignatius J. Reily en steeds als ik in de stad een hotdog-karretje voorbij getrokken zie worden, zijn mijn gedachten onwillekeurig bij hem. In NOLA vind ik een boek OVER dat boek (Ken & Thelma, The story of A Confederacy of Dunces by Joel L. Fletcher, 2005). Het bekende verhaal achter Confederacy (zich miskend voelende schrijver pleegt zelfmoord, zijn moeder gaat vervolgens leuren met manuscripten, het boek wordt uitgegeven, wordt een bestseller en hij wint postuum de Pulitzer Prize) wordt hierin flink genuanceerd. Want zo miskend was Toole niet, er bestond een jarenlang goed contact met zijn uitgever-in-spe, alleen dat boek kwam maar niet af. Bovendien blijkt zijn krasse moeder in haar jeugd een carrière als pianiste misgelopen te zijn, en uiteindelijk grijpt ze haar kans om alsnog eeuwige roem te vergaren, dus over de rug van haar dode zoon als het ware. Al met al: een aardig boek, maar ik zou m niet kopen (hetgeen ik dus wel gedaan heb, dom!)

Terugreis. Back to the misery. Om alle boeken, platen en dvd’s mee te kunnen nemen gooi ik aan aan het eind van de rit ouderwets romantisch een stel kleren in de afvalbak van het hotel, en op de een of and’re wijze doet me dat veel deugd.

Comments

comments

Tags: , , ,


About the Author



4 Responses to Lekker in een gehuurde Ford naar Texas tuffen, part 2

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back to Top ↑