Nu uit!

Published on maart 22nd, 2020 | by snoeischaar

0

Marlene Dumas op het snijvlak van pop en popcultuur

Eigentijdse kunstenaars die platenhoezen ontwerpen, dat is geen zeldzaamheid. Al helemaal niet in de Angelsaksische wereld want daar zijn tal van voorbeelden van te vinden: Keith Haring, Andy Warhol, Cindy Sherman, Jean-Michel Basquiat, Jeff Koons, Damien Hirst… Of neem alleen al Sonic Youth, zij gunden in hun gouden periode (late 80s/ early 90s) meerdere opkomende kunstenaars alle ruimte om hun hoezen te sieren, waardoor een hele serie van dat soort lui (Gerhard Richter, Richard Kern, Raymond Pettibon, Mike Kelley) een mooi podium vond richting een nieuw publiek. En passant werd zo aangetoond dat kunst en commercie wel degelijk een mooie symbiose kunnen aangaan.

Richter, Kern, Pettibon…

In Nederland is het wat dat betreft wat kariger gesteld. Aansprekende namen uit de kunstwereld die in de arm worden genomen om een platenhoes te verfraaien? Je ziet het niet zo héél vaak. Vooruit, we hebben de jongens uit de striphoek gehad zoals Peter Pontiac, Theo van den Boogaard en Joost Swarte, of de meer grafische ingestelde types als M.C. Escher (Mott the Hoople!). Of het waren fotografen als Paul Huf of Anton Corbijn. Ook de dance-hoek liet zich niet onbetuigd getuige hoeswerk van Dadara of Micha Klein. Maar als het aankomt op aansprekende hedendaagse beeldend kunstenaars dan zijn we snel uitgeluld. Okay, Karel Appel verfraaide ooit de hoezen van zijn eigen experimentele werk (‘Musique Barbare‘) , en Scholte, Ploeg en Klashorst gaven de ultra-scene op eigen wijze een herkenbare smoel. Maar verder?

Een mooie uitzondering is deze single van The Divorce, een ongelofelijk onbekend gebleven Amsterdams bandje dat in 1980 zijn kans schoon zag  ‘een plaatje’ in eigen beheer op de markt te brengen. De artistiek aandoende hoes was niet van de minste: een nog jonge Marlene Dumas had er iets fraais van gemaakt! Zij was in die tijd net van Kaapstad naar Amsterdam verhuisd en beleefde in datzelfde jaar haar eerste, voorzichtige expositie. Een onvervalste jeugdzonde van mevrouw Dumas dus! Daarmee is de hoes gedenkwaardiger dan het plaatje zelf want die mag geen naam hebben, getuige de twee gedateerd aandoende, nogal pretentieus klinkende new wave-deuntjes die erop staan.  

The Divorce was de band van o.a. ene Bart Zwier en Mark Glynne, en geproduceerd door Anthony Glynne, wellicht zijn die laatste twee (Britse?) broers van elkaar. Al eerder, in dat jaar brachten deze Bart Zwier en Mark Glynne als duo een -mij totaal onbekende- LP uit, getiteld ‘Home Comfort.’ Een plaat vol elektronica naar het schijnt, met lijntjes naar de dan opbloeiende ultra-scene. En het bijzondere is, op een van de nummers daarvan zingt Marlene Dumas een potje achtergrondzang mee! Daarmee is meteen haar totale bijdrage aan de popmuziek wel in kaart gebracht. Dus nog bedankt Marlene! Wellicht dat deze Dumas-connectie er mede reden toe was voor het Franse label ‘Les Disques du Soleil et de l’Arcier’ om deze LP in 1998 opnieuw uit te brengen, dit keer als cd en in een andere hoes gestoken.

Phil met (boven) en Phil zonder (onder)

Maar ook zonder platenhoezen is de popcultuur vertrouwd terrein voor Marlene Dumas. Sterker nog: ze is er dol op. Zich veelal baserend op beelden uit de populaire media maakte ze vele indringende portretten, van Jim Morrison tot Johan Cruijff, van Anne Frank tot Oscar Wilde, van Charlotte Rampling tot Osama bin Laden. Ook raak zijn de twee schilderijen die ze maakte van Phil Spector, de diep gevallen, door waanzin gedreven voormalige sterproducer. Phil Spector with wig en Phil Spector without wig heten ze. Maar het kan ook liefdevoller, van Amy Winehouse bijvoorbeeld maakte ze kort na Amy’s dood twee portretten, Amy in Pink en Amy in Blue, destijds razendsnel opgekocht door de National Portrait Gallery in Londen.

Amy in blue
De ouwelui van Amy kunnen zich er wel in vinden

Comments

comments

Tags: , ,


About the Author



Comments are closed.

Back to Top ↑