Live

Published on mei 31st, 2013 | by debramster

4

PS13: de restjes

 

Zo: tijd voor samenvatten en nog wat lege plekjes invullen. Genoeg gezeik gehoord over Heineken (no pun intended), maar de overstap naar deze breezer onder de cervezas symboliseert toch wel een lichte achteruitgang in het festival. Waar Primavera Sound je voorheen de bands van de komende jaren presenteerde in combinatie met een enkele Grote Held uit het verleden, zo dreef het festival dit jaar toch wel ernstig op de kurk die oude of zelfs vergane glorie heet. En van de “nieuwe” bands was maar een handvol echt nieuw te noemen. Een Mac DeMarco of een Kurt Vile is eerder een geheide publiekstrekker dan een verrassende belofte. En dan zwijg ik nog van de grootste misser van dit jaar: het verwijderen van de Jägermeister uit de barren. Dat zal ook wel ingefluisterd zijn door de slinkse kooplieden van de firma H. Uit A. Ik hoop op een grote ommekeer, of zie mij genoodzaakt mijn heil elders te zoeken. En ik waarschuw maar één keer, Primavera!

Slow starters Delorean

Kwa recensies is vrijwel al het gras voor mijn voeten geel gepist, maar er zijn nog wat artiesten waar ik toch graag een zegje over wil doen. Te beginnen met proefdraaiwoensdagavond. Daar zagen we THE VACCINES een redelijk saaie en dertien-in-dozijnset afdraaien, met veel lelijke gitaarsolo’s. Prima om een biertje bij te drinken, maar verder niks bijzonders. Anders was dat met DELOREAN. Deze Barcelonese band krijgt steevast juichende recensies bij de geleerde muziekkenners van Pitchfork. En dat schept verwachtingen. Verwachtingen die de band uiteindelijk waarmaakte, maar niet nadat we een nummer of vier naar een zanger moesten luisteren die zijn band kwijt was. Of omgekeerd. Het was even doorbijten, maar uiteindelijk werd de aanhouder getrakteerd op een paar lekkere dansnummers. Mijn advies voor de band: dump de zanger of nog beter: wissel hem in voor een leuk meisje dat wel kan zingen.

Studentendisco

Dan de donderdag. Mijn dag begon met een bleek zonnetje bij POOLSIDE. Poolside is zo’n band die zijn naam perfect gekozen heeft. Beetje funk, beetje dance, maar vooral rielekst en lekker niks-aan-de-hand. Ideaal dus voor chillen in zo’n strandstoel met een felgekleurde cocktail. Met hun korte broeken en zonnebrilletjes deden de bandleden hun naam ook nog eens eer aan. Een gezellig stelletje slackers was het. Lekkere set, met als enige kanttekening dat die kopstem je na zeven nummers toch een beetje op de zenuwen gaat werken.

In verband met verplichtingen elders lukte het me maar om een paar nummers te zien van het Catalaanse FRED I SON. Blijkbaar liet zelfs de streekgenoten deze band koud, want het publiek bestond weer eens uit die man met die halve paardenkop. Onterecht, want deze Spaanse Belle & Sebastian kenden nogal wat noten en wisten die in de juiste combinatie te brengen. Best indrukwekkend. Maar wij moesten dus weg. En wel naar EVANS THE DEATH. Frank heeft daar al uitgebreid kond van gedaan. Ik wil er alleen nog aan toevoegen dat zangeres Katherine niet alleen Brits kampioen vertuffen en snelzuipen is, maar ook eigenares van de Liefste Knietjes van Primavera Sound 2013.

Image

Evans The Death. Wat maken die iPhones toch beroerde foto’s.

Later op de avond stond THE POSTAL SERVICE op het vermaledijde Heineken podium. Daar had ik mij best wel op verheugd, want hun Give Up is wat mij betreft het beste popalbum van de jaren 0. Stipt op tijd betrad de band het podium. Voor de gelegenheid aangevuld met Jenny Lewis, die wij allen kennen als de frontdame van het inmiddels ter ziele Rilo Kiley. Op Give Up zingt ze een liedje mee, maar nu is ze dus gewoon volbloed bandlid. Een goede keuze. Jenny voegt niet alleen muzikaal iets toe (de dame verhuist per nummer naar een ander instrument) maar zorgt ook voor wat eye candy. Dat is geen overbodige luxe, want de twee heren waar het eigenlijk om draait (Ben Gibbard van Death Cab For Cutie en Jim Tamborello van DNTL) zijn zo saai als…, nou ja, postbodes. Je kon merken dat het gezelschap al lekker warmgedraaid was in de USA want de show liep als een trein. Mooie lichteffecten en een kraakhelder geluid. De band speelde de hele plaat gewoon perfect na. Dat is knap, maar ook wel een beetje saai. Het wakkerde bij mij in elk geval de behoefte aan om als tegengif snel wat vuige rock + roll of smerige dansmuziek tot mij te nemen.

Keurige jongens. Van dat meisje weet ik het nog zo net niet.

Gelukkig was DEATH GRIPS niet ver weg. Deze band stond niet op mijn lijstje van must sees, maar werd onontkoombaar toen tijdens een plaspauze bij een naast hun podium gelegen toiletblok de urinoirs en dixi’s de bassen van de band als één grote subwoofer lieten resoneren tot een niveau dat de knieen deed knikken. Snel naar het podium dus! Daar stond een donkere jongen in volledige duisternis bezweringen over ons uit te storten, terwijl zijn blanke vriend ons geselde met zijn wonderorgel: een apocalyptisch tafereel om nog lang nachtmerries aan over te houden!

Drie bands in één!

Door naar dag twee. Daar zijn we na een tip van een Rush-liefhebber naar OM gaan kijken. OM bestaat uit drie lieden die, zoals wij achteraf concludeerden, ieder eigenlijk in hun eigen band speelden. En dat tegelijkertijd! Die drie bands vertegenwoordigden dan weer drie verschillende genres. De muziek van OM laat zich het beste omschrijven als klinkklare coffeeshopmuziek. De dubachtige bas (alweer zo’n Rickenbacker waar ook Lemmy op speelt, het zou een trend blijken dit festival) had de boventoon, begeleid door een metaldrummer en een multi-instrumentale donkere jongen, die om een of ander reden maar niet uit zijn stoel wilde komen. Al met al een interessant allegaartje dat toch zeker vier nummers kon boeien.

Feestje!

De THE JESUS & MARY CHAIN heeft de heer Snoei al voldoende geknipt en geschoren. Ik laat ze verder uit piëteit met rust. Frank stipte GLASS CANDY al aan. En daarmee had hij een van de absolute hoogtepunten van het festival te pakken. Met extra bonuspunten voor Ida, die, tegen doktersadvies, voor het eerst in een maand weer optrad na een knieblessure. Met excuses aan die Spanjaardjes die ik na afloop onder mijn schoenzool uit moest peuteren.

Kippenvel, maar ook lache vanaf 2.33

Tenslotte nog even een vermelding van hetgeen NICK CAVE & THE BAD SEEDS te bieden hadden. Nick kwam weliswaar klagend op (“It’s fucking freezing”), om vervolgens na het eerste nummer zijn jasje uit te trekken en zijn hemd tot aan zijn gulp open te knopen. Dat kan maar een ding betekenen. Precies: hij was lekker op stoom. De band bracht een goede gevarieerde set met oude en nieuwe favorieten. En tsja… 35 jaar bühne-ervaring verloochent zich niet. Wat een showman! En wat een band! Het was alleen weer jammer dat je er van zes kilometer afstand naar moest kijken. En dat hij niet zo heul lang speelde. Maar goed, de bekende kniesoor etc.

Zijn we nu rond?

Comments

comments

Tags: , , , , , , , , , , , , ,


About the Author



4 Responses to PS13: de restjes

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back to Top ↑