Nu uit!

Published on juli 10th, 2013 | by debramster

11

Stuart doet Pet Shop Boys

 

Aanstaande maandag verschijnt hij, de nieuwe plaat van The Pet Shop Boys. En ik weet nu al dat dit de soundtrack van mijn zomer gaat worden. De plaat is hier en daar stromend te beluisteren en de twitterrecensies stromen over de interwebs. En terecht, want we hebben te maken met niets minder dan een sensatie.

 

In mijn omgeving hoor ik hier aan daar nog weleens wat gegniffel als ik vertel dat ik geregeld een plaatje opleg van Neil en Chris. Daar snap ik niet zoveel van. Hoe kun je nou niet houden van de op en top Britse band die een van de grondleggers is van zowel de moderne popmuziek, de moderne dansmuziek en van wat op hipsterfora dreampop of chillwave wordt genoemd? Een band bovendien, die lichtvoetigheid in muziek perfect kan combineren bloedserieus ironische teksten die duidelijk maken dat de heren heus niet van de straat zijn. Zou het ermee te maken hebben dat deze homomuziek nu ook eens echt door homosensuelen gemaakt wordt? Ach, ik wil het niet eens weten. Wat ik wel weet is dat ik al meer dan twintig jaar mijn oren spits als de mannen met iets nieuws komen.

Lekkere binnenkomer

De voorlaatste plaat van het duo is trouwens nog maar van vorig jaar. Elysium was een nogal zwaarmoedige plaat, met slechts een enkel lekker liedje. Met het verse Electric liggen de kaarten geheel anders. Electric is een soort omgekeerde parodie op het bekende geluid van de band: een eerbetoon aan zichzelf zeg maar. De nummers passen in de mal van alle  nummers die je van de band kent, maar ze doen er nog eens een schepje bovenop. Daarbij worden ze geholpen door sterproducer Stuart Price, die een jaar of twintig jonger is, maar van jongs af aan fan van de band. Het is dus nogal Droste: we horen niet alleen de band, maar ook Stuarts interpretatie ervan.

Ode met authentieke ravebeelden

Evenmin als Bram Peper, Hans Wiegel en Ruud Lubbers schamen The Pet Shop Boys zich ervoor om mastodonten te zijn. En net als bij die andere mastodonten is het zonneklaar wat je kunt verwachten. Chris en Neil hoeven niet zo nodig hip of modern te klinken. Ze gaan een klein beetje met de tijd mee, maar trekken  met hoorbaar genoegen hun eigen trukendoos uit de jaren tachtig en negentig wijd open.

Mastodonten

Interessant genoeg volgen ze daarbij het voorbeeld van OMD, die andere Britse mastodonten die dit jaar met Modern Electric (hee, weer elektrisch) een plaat maakten die precies klinkt als hun beste werk van 25 jaar geleden, maar dan nog beter. Maar dit terzijde. Electric is een echte feestplaat met een aantal geheide dansvloerkneiters (Ik noem een Axis, Bolshy en de ode aan ravefeesten uit de jaren negentig genaamd Vocal). Maar ook het hoofd wordt bediend. Het duo weet bijvoorbeeld op vrolijke wijze, maar met geleerde woorden, een ordinair thema als liefdesverdriet aan te snijden (Love Is A Bourgeous Construct).

The Village People eten er nog een goed belegde boterham van

Kwa feestelijkheid is Electric de enige echte opvolger van Very uit 1993 (je weet wel, met Go West). Tegelijkertijd verwijst het four to the floor space disco geluid direct naar hun inspiratiebronnen Giorgio M. En Bobby O. Sinds hun debuutsingle West End Boys, die ze ooit met Bobby Orlando opnamen, hebben we die invloed niet meer zo duidelijk gehoord. Maar er is ook een vette knipoog naar de dansmuziek van eind jaren tachtig, toen house nog echt house was.

Price

Stuart

Je hoort aan de plaat dat de heren veel plezier gemaakt hebben met het maken. Volgens eigen zeggen ligt dat mede aan die Stuart Price. Nog even maar wat aandacht voor die man, dan. Dat heerschap heeft de afgelopen vijftien jaar namelijk nogal een stempel op de populaire muziek gedrukt.

Spring, Teddy, spring!

Stuart begon ooit als succesvol imitator van Franse filterdisco met Les Rythmes Digitales. En passant onttrok hij nog even Shannon en Nick Kershaw aan de vergetelheid door ze een liedje mee te laten zingen op zijn plaat. Daarna werd hij bandleider van Zoot Woman, een soort update van ABC en The Pet Shop Boys voor de jaren 00. Erg veel succes had hij niet met die band, maar Madonna vroeg hem wel om musical director te worden voor haar wereldtournee van 2001.

De heren van Abba eten er nog een goed belegde boterham van

Onder de pseudoniemen Jacques Lu Cont, Paper Faces en The Thin White Duke maakte hij ondertussen succesvolle remixen voor uiteenlopende artiesten als Depeche Mode, Gwen Stefanie en Coldplay. In 2005 brak hij door als producer van Confessions On The Dance Floor van Madonna. Je weet wel, met Hung Up. Sindsdien maakt hij plaatjes met onder meer Keane, Brandon Flowers en Kylie. Nee, bepaald kieskeurig is hij inderdaad niet. Anderzijds kun je het ook als vingeroefeningen zien voor het vervullen van de belangrijke taak om zijn jeugdhelden te produceren. Nu dus The Pet Shop Boys, maar hij schijnt ook al een tijdje aan een plaat werken met Bernard Sumner. Het zou mij niet verbazen als hierna The Human League aan de beurt is.

Eind vorig jaar had Stuart de eer om voor de BBC een bijdrage te leveren aan de Essential Mix serie. Daar hoor je nog eens waar hij de mosterd vandaan heeft. Bovendien draaide hij wat nummers van zijn plaat onder de naam Traques die eerder dit jaar verscheen. Die plaat klinkt trouwens als een soort dubbelganger van Electric. Alsof Stuart al zijn inspiratie niet kwijt kon op de plaat van Neil en Chris. Moet je nagaan hoe fijn de heren het samen wel niet gehad hebben.

Ja, meer hoef ik er eigenlijk niet over kwijt. Dit was mijn spreekbeurt voor vandaag. Ik zet het plaatje gewoon nog maar eens op.

[spotify id=”spotify:user:1133311069:playlist:17wcmpyrhg7bUBx6f8qsPT” width=”300″ height=”380″ /]

Comments

comments

Tags: , ,


About the Author



11 Responses to Stuart doet Pet Shop Boys

  1. Pingback: Toe maar: nog weer eens zo’n eindejaarslijstje | KETTINGZAAG

  2. Pingback: Avondje perfecte pop met Roosevelt - DeKettingzaag

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back to Top ↑