Klassieker

Published on september 29th, 2019 | by snoeischaar

0

Toen Giorgio bas speelde bij de Rolling Stones

Als ik het Hauptbahnhof achter me heb gelaten en m’n bagage in het hotel gedropt, ga ik als eerste actie een fiets huren. Aan de andere kant van het station blijkt een ‘Fahrradverleih,’ dus daar meteen maar heen. Terwijl ik op mijn beurt sta te wachten vraagt een keurige mevrouw voor me in de rij of ze haar fiets hier kan laten wassen. De jongeman achter de toonbank antwoordt even keurig dat ze  -vanwege de enorme drukte in de stad-  het beste na het Oktoberfest even terug kan komen. ‘Bitte, hoorde ik dat nou goed,’ vraag ik hem wat ongelovig als de mevrouw eenmaal uit het zicht verdwenen is, ‘wassen jullie hier fietsen?. ‘Jazeker’ zegt hij droog, dan doen we in onze Fahrradwaschanlage (vrij vertaald: fietswassstraat). Welkom in München, welvarende hoofdstad van het welvarende Beieren! Vroeger op school leerde je nog dat het Ruhrgebied het economische hart van Duitsland is, maar die plek is allang overgenomen door Beieren. Voor poenerigheid moet je tegenwoordig in peperduur München zijn.

Maar simpel en kostenloos ergens naartoe fietsen kun je er ook prima. Het is een zonnige dag, goedgeluimd zet ik koers naar het Olympiapark, een paar kilometer verderop. Heilige grond want hier vonden niet alleen de Olympische Spelen van 1972 plaats (compleet met Palestijnse aanslag op Israëlische sporters), het was ook hier in het Olympiastadion dat Onze Jongens voetbalgeschiedenis zouden schrijven. Eerst die jammerlijk verloren doch moreel gewonnen WK-finale tegen de West-Duitsers in 1974, en 14 jaar later op precies dezelfde plek dan toch een glorieus gewonnen EK-finale tegen de CCCP.

Als ik aan kom fietsen borrelen de voetbalherinneringen als vanzelf op terwijl ik ook geniet van het veranderende landschap, want dat gaat van egaal vlak naar plots nogal heuvelachtig. Het stadion ziet er gaaf vintage uit maar is minder groot dan verwacht. Dat komt denk ik vooral omdat het als het ware verzonken ligt in het landschap. Speciaal voor de Olympische Spelen is dit hele park destijds gerealiseerd, met een tennisstadion, zwemarena, velodroom en bokshal er vlakbij, alles in dezelfde typerende ‘tentdoekstijl’ opgebouwd. Al gauw wordt ik door een informatiebord met de neus op de feiten gedrukt: die heuvels zijn in werkelijkheid ‘Trümmelhaufen,’ oftewel letterlijk de puinhopen die overbleven na de heftige bombardementen op de stad in WOII. Na de oorlog werd al het puin hier buiten de stad gedumpt. Later werd alles afgedekt met grond, men heeft er er toen maar een park van gemaakt, net zoals in meer Duitse steden.  

Wat dit alles met Giorgio Moroder en de Rolling Stones te maken heeft? Nou, daarvoor fietsen we even door naar de westkant van de stad, naar de andere zijde van de olijk kabbelende Isar-rivier. Daar in de wijk Bogenhausen ligt de Arabellastrasse. Om de te verwachten olympische bezoekersstroom op te vangen werden er in de stad grote hotels gebouwd, ook aan deze straat. Hier verrees het ‘Arabella Hochhaus,’ een reusachtig hotel van 450 kamers. Ook dit gebouw staat er nog en functioneert nog steeds als dusdanig, hoewel thans onder de naam ‘Hotel Sheraton Munich Arabellapark.’

Een muzikant uit Zuid-Tirol (dat ligt in Italië) met producentenambities, genaamd Giorgio Moroder, door zijn Duitse moeder liefkozend Hansjörg genoemd, vond die hotelnieuwbouw wel interessant. Het was eind jaren 60, hij was redelijk succesvol aan het worden en zocht een plek voor een eigen studio. Zijn oog viel op de kelders onder het hotel. Aldus geschiedde, de befaamde Musicland Studio was geboren, ook heilige grond! In een driedubbele Giorgio-trilogie hier op de Zaag heb je al van alles kunnen lezen over al het moois dat Giorgio en zijn kompaan Pete Bellotte op deze plek uitdokteren. Donna Summer’s revolutionaire hijghits ‘I Feel Love’ en  ‘Love to Love you Baby’ met name bleken van beslissende invloed op het verdere verloop van de popmuziek, iedere muziekschoolbrugpieper kan er alles over opdreunen. Daarmee kun je wel stellen dat de Musicland Studio samen met de Hansa Studio in Berlijn (waar Iggy Bowie en David Pop hun beste werk opnamen) en de Kling Klang Studio in Düsseldorf (Kraftwerk) tot de drie meest legendarische geluidsstudio’s van het Europese vasteland behoorden.

Loop even mee als je wil…

Het was Marc Bolan aan wie de eer te beurt viel om als eerste buitenlander de mogelijkheden van de studio te ontdekken. T-Rex’ 1974-lp album ‘Zinc Alloy and the Hidden Riders of Tomorrow’ werd hier opgenomen, naar volle tevredenheid. Na T-Rex ging het rap, tot verbazing van Giorgio belde de ene na de andere Engelse band hem op. En ze boden goed geld. Led Zeppelin, Elton John, Deep Purple, ELO, Queen en zelfs The Stranglers…. allen streken zij neer daar in Beieren. ELO en Queen bijvoorbeeld namen elk wel vijf albums op daar. De Britten kwamen af op de state-of-the art apparatuur, op de goede faciliteiten, op de huiselijk sfeer en op het feit dat ze heel handig opnemen, eten, drinken, logeren, van groupies snoepen en uitslapen in één gebouw konden combineren. Of zoals Giorgio het zelf samenvatte: ‘weil oben ein Hotel war, konnten die Musiker mit dem Fahrstuhl nach Hause fahren.’

Ook Freddy vermaakte zich kostelijk in Munchen

Ook de stad München kende zo zijn geneugtes. In de disco’s van de stad was het makkelijk meisjes scoren. Freddy Mercury bijvoorbeeld, had in München een vriendje zitten, ‘s nachts gingen ze de hort op (naar de dunkele Zimmer?) en overdag werden opnames gemaakt, niks mis mee. Giorgio vond het allemaal prima, hij verdiende er goed aan. Steeds na een paar weken of maanden verhuur kon hij zo zijn eigen ideeën uitvoeren zonder op de centen te hoeven letten. Bovendien had hij zijn kompaan Reinhold Mack aan zijn zijde, die was als engineer/technicus bij veel opnames aanwezig. Giorgio een stuk minder, hij was meer het creatieve brein dat altijd zijn eigen dingetjes aan het uitknobbelen was.

Made in Munich

Ook The Rolling Stones wisten Giorgio’s kelderlusthof te vinden. Hun twee opeenvolgende platen ‘It’s only rock ‘n’ roll’ (1974) en ‘Black and Blue ‘ (1975) kwamen vrijwel in hun geheel hier tot stand. Nou stuitte ik onlangs online op een unieke foto die ik je niet wil onthouden: Giorgio die bas speelt bij de Rolling Stones! Check:

Ai, wat stond die snor hem toch goed. Op één van de duizenden Rolling Stones bootlegs die in omloop zijn schijnt een ‘Giorgio Moroder Jam’ te staan, maar helaas kan ik dat nummer niet lokaliseren. Op de voorgrond zien we ‘zesde Stone,’ toermanager/pianist wijlen Ian Stewart. Wellicht is de foto gemaakt tijdens de opnames voor het nummer ‘Short and Curlies’ want daarin horen we hem flink pingelen. Achterin ontwaren we Keith Richard (links) en Charlie Watts. En is dat Bill Wyman met die foute witte trui aan?

Nee, het is Mick Jagger! Gitaarspelen kon-die niet, maar het zie er wel stoer uit zo
Goeie combinatie van glitterjasje en coltrui. Ga zo door Keef! een soort glamrock Frankenstein…
Billy Preston was ook van de partij. De enige mens op aarde (nou ja op aarde… hij is inmiddels overleden) die zowel met de Stones als de Beatles samenspeelde

Na plechtig een rondje om het hotel gelopen te hebben, ga ik binnen even navragen (‘Ich bin Musikjournalist’ hoor ik mezelf bluffen) of er eventueel ergens overblijfsels van de studio te zien zijn. De jongeman achter de receptie haalt zijn schouders op, hij verontschuldigt zich en verwijst me naar de conciërge die zichtbaar een stuk ouder is. Die conciërge op zijn beurt blijkt er ook niks van te weten, al heeft hij weleens van de Musicland Studio gehoord. ‘Ook geen plaquettes of standbeelden of zoiets?’ dring ik nog aan. “Meneer, ik werk hier al 25 jaar, dan zou ik dat toch moeten weten!’ zegt hij geïrriteerd. Nou goed dan, afdruipen dan maar.

Nee, niets wijst erop dat Giorgio een speciale plek in de harten der Münchener bevolking heeft veroverd. Je zou het niet verwachten maar voor Michael Jackson geldt dat wel! Wacko Jacko mag dan al dik tien jaar een tuintje op zijn buik hebben, in de binnenstad van München heeft de jeugd een standbeeld van een of andere antieke componist gekaapt (tegenover een hotel waar hij weleens verbleef) en omgetoverd tot ‘shrine,’ helemaal speciaal voor hem. En dat nog steeds dagelijks onder grote belangstelling! Maar dat terzijde.

Ondertussen dendert de tijd voort. Giorgio vertrok al halverwege de jaren ’80 naar LA om daar zijn carrière voort te zetten (denk filmmuziek en ‘Call me’ van Blondie). De studio deed hij over aan genoemde Reinhold Mack die de faam ervan prima hoog wist te houden. Maar met de aanleg van een U-Bahn in de jaren ‘90 kwam er een eind deze mooie geschiedenis: de trillingen die met het ondergrondse verkeer gepaard gingen zaten het opnameproces danig in de weg. Ook was er sprake van een forse huurverhoging en daar had hij geen zin in. De planning is nu dat het hele Arabella Hochhaus in 2026 tegen de vlakte gaat, lees ik ergens. De ‘economische levensduur’ van het gebouw is dan voorbij en in de wereld van de vastgoedjongens betekent zoiets onverbiddelijk sloop. En het Olympiapark? In het Olympisch Stadion werd nog tot 2005 afwisselend door Bayern München en TSV 1860 München (de voormalige club van Gerald Vanenburg) gevoetbald. Maar sinds de verhuizing van die twee clubs naar de Allianz Arena wordt het  -zo nu en dan-  alleen nog voor evenementen gebruikt. 

Resteert er nog een speciale en eervolle vermelding voor de heer James Osterberg. Zijn plaat ‘The Idiot’ uit 1977 kwam tot stand in zowel de Hansa Studio als de Musicland Studio. Baas boven baas!

Comments

comments

Tags: , , , , , , , , ,


About the Author



Comments are closed.

Back to Top ↑