Montana Simone, de zo gracieuze drumster van Bodega is uit de band uitgestapt, zo blijkt in Bitterzoet. Ze is vervangen door een veel woester ogend type (kaalgeschoren hoofd, Suicidal Tendencies T-shirtje aan). Vervaarlijk bespiedt zij het publiek alsof het haar prooi is voor vanavond, bij elke bekkenslag springt ze wild op vanachter van haar primitieve drumkit. In haar knuisten heeft zij geen drumsticks maar een soort jungleknotsen geklemd. Zo komt visueel haar intrede de band zeker ten goede, Bodega oogt nu wat agressiever, meer als ‘a unit on a mission.’ Tegelijkertijd is de overall sound van Bodega hiermee subtiel verschoven van tintelend funky naar lichtjes tribal.
Vorig jaar zomer konden wij Zagers ons enthousiasme voor het Brooklyn-bandje maar moeilijk voor ons houden. De twee concerten die Bodega toen vrij kort na elkaar gaf (London Calling en Valkhof Festival ) gaven daar alle reden toe: een 5 mans-formatie (2 mannetjes, 3 vrouwtjes) die verrassend voor de dag kwam. Grootstedelijk, arty, sexy, venijnig, energiek, dansbaar, opruiend…Bovendien een band die iets te zeggen heeft, daarvan zijn er niet zo veel. De diverse media’s hadden het er evenwel maar moeilijk mee om er een etiket op plakken: art-punk, postpunk, punkfunk, kraut-hiphop, no wave… en nog wat stempels. Een nogal ongrijpbaar allegaartje dus dat geluid van die lui, maar wel een veelbelovende band, daarover was iedereen het eens
Afwijkend is niet alleen hun muziek maar ook de thematiek der songteksten. Vrijwel de hele Bodega-debuut-LP ‘Endless Scroll,’ zonder twijfel een van de leukste platen van vorig jaar, staat in het teken van de digitale worstelingen van de moderne mens. De band ziet met lede ogen aan hoe de medemens volledig vervreemd raakt van zichzelf en volledig lijkt te vergroeien met computer en smartphone. Want wat doen wij allen na een dag hard achter-het-scherm werken? Dan kruipen wij allen achter een ander scherm en entertainen onszelf totdat we in slaap sukkelen. Welbeschouwd verwordt ons leven zo tot een put zonder bodem, tot een zoektocht zonder end, ja tot een endless scroll. ‘I can’t get no satisfaction’ luidde in de jaren ‘60 de titel van een baanbrekend deuntje en in onze tijd is die bezongen onrust/ongenoegen alleen maar disproportioneel toegenomen. Waar in dat ene liedje de homo sapiens nog voorgesteld werd als een passief consumerend Rupsje Nooitgenoeg, daar is hij in het mensbeeld van Bodega verworden tot een wezen dat volledig dreigt te verzuipen in de oneindigheid der mogelijkheden.
Ook bijzonder is dat Bodega aan kwam fladderen onder de vleugels van stadsgenoten Parquet Courts. De Bodega debuutplaat is geproduceerd door PCs-gitarist (en Thurston Moore lookalike) Austin Brown en opgenomen met behulp van allerlei PCs-apparatuur, en ook nog eens uitgebracht op het van PC’s bekende label What’s your Rupture. In Nijmegen stonden de twee bands afgelopen juli zelfs pal na elkaar op hetzelfde buitenpodium geprogrammeerd. Het contrast bleek schrijnend, want waar de Parquet Courts onderling aan het bekvechten sloegen (en volle bierblikljes het publiek insmeten) daar spreidde Bodega juist zorgeloos een forse, frisse, fruitige speelvreugde ten toon. Daardoor ontstond even de indruk dat Bodega er helemaal ready voor was om de PC’s van de troon te stoten als zijnde de kings van de indie-scene. Sterker nog, we dachten even getuige te zijn van een belangrijk kantelmoment in de popgeschiedenis…
Maar nu zijn we een jaartje verder en weer wat ontnuchterd. Bodega staat dit keer in twee prestigieuze Hollandse tenten geprogrammeerd, Rotown en Bitterzoet. De goede verstaander weet dan: als die goed verlopen dan ligt de weg open voor een mooie festivalzomer. Voor Pukkelpop staan ze in ieder geval al geboekt. Toch zijn er ook twijfels. Want een klein jaar na hun podiumdebuut bij London Calling bestaat de setlist voor het leeuwendeel uit dezelfde nummers. Wat ook gebleven is zijn de declamerende, ietwat drammerige, Parquet Courts-achtige vocalen van Ben Hozie. Zijn partner-in-crime Nikkie Belfiglio vertoont nog steeds dezelfde stage antics (beetje vermoeiend soms) terwijl gitarist Madison Velding Vandam (wat een naam) maar niet loskomt van zijn Andy Gill / Gang of Four-insteek Daar komt bij: deze week verschijnt er bij wijze van tussendoortje een live-album van Bodega (is al op Spotify te horen). Hierop zijn alle nummers van die debuutplaat al dan niet in een iets aangepaste versie te horen. Nou, ik vind dat nogal een zwaktebod hoor, om al zo vroeg met een live album te komen.
Aan de andere kant: de paar nieuwe nummers die ze dinsdag speelden zijn erg tof en smaken naar meer. Tel daarbij op die nieuwe Flintstones-drumsound en je weet: er zit wat in het vat. Een nieuw album zal dus moeten aantonen of Bodega daadwerkelijk gewicht in de schaal weet te leggen danwel achteraf niets meer bleek dan een druppel in die onmetelijk diepe oceaan die popmuziek heet. Nou prima, kom maar op met die plaat, die gaan we dan maar als lakmoesproef beschouwen!
Oh ja, dat was ik bijna vergeten: weet jij hoe Bodega aan zijn naam komt? Het zit zo: in New York (en daarbij doel ik niet op peperduur Manhattan) noemt men een buurtsupermarkt of buurtwinkeltje al gauw een bodega. Oftewel in de UK zou dit bandje ‘Cornershop’ heten dus eigenlijk. Maar wacht even, de band noemde zichzelf aanvankelijk Bodega Bay, hoe kwamen ze aan die naam dan? Dat zal ik je vertellen joh: de thriller ‘The Birds’ van Alfred Hitchcock is grotendeels opgenomen in het plaatsje Bodega Bay, ergens noordelijk gelegen van San Francisco. Het beroemde, door kwaadaardige vogels belaagde schooltje staat in ieders geheugen gegrift, het schijnt dat dat gebouw er nog steeds staat en te bezoeken is. Check hier:
‘The Birds’ stond bol van de innovatieve special effects. Neem het landschap rond Bodega Bay. Dat zag er in de film anders uit dan in werkelijkheid. Dit was te danken aan Hitchcocks’s art director Albert Whitlock, die schilderde het gewenste zomerlandschap gewoon op grote glazen platen (‘matte paintings’) en door een ingenieus proces wist men dat gaaf in de filmbeelden te verwerken.
Foto’s gepikt van PodiumInfo / Susana Martins