Klassieker

Published on augustus 28th, 2016 | by snoeischaar

0

Zachtaardige rolstoeler met een bijtende aanklacht tegen de oorlog

Op het online blaadje Pytchfurk stond onlangs een opsomming van “The 200 Best Songs of the 1970s’ te lezen. Discutabel lijstje natuurlijk, zoals alle lijstjes discutabel zijn. Omdat ik net een snoekduik aan het maken was in het oeuvre van Elvis Costello was ik even benieuwd naar wat die Yanks thans nog als relevant van hem beschouwen. Welnu, dat blijken ‘Radio Radio’ en ‘Alison’ te zijn. Niet de slechtste keuzes dunkt mij, en het zette meteen mijn fantasie in werking. Wat als de jaren ’80 aan bod komen, welk nummer mag er dan niet ontbreken?

Ik was er al snel uit. ‘Shipbuilding’ natuurlijk. Sommige zaken in het leven zijn boven elke twijfel verheven, en dat ‘Shipbuilding’ tot de allermooiste liedjes van dat tijdperk behoort is er daar één van. ROBERT WYATT zong het, Clive Langer componeerde het en Elvis Costello schreef het.

Robert Wyatt kent een enkele senior citizen nog als drummer/zanger van de Soft Machine, een Britse, proggy, late 60s band. Nadat hij uit die band stapte, struikelde hij in 1973 tijdens een feestje en viel uit een raam. Sindsdien is hij aan de rolstoel gekluisterd. Politiek betrokken, ja ultra-links is hij echter altijd gebleven en zodoende kwam hij bekend te staan als ‘miltante gehandicapte.’ Drummen zat er niet meer in maar ondanks – of dankzij?-  zijn beperking bleef hij fraaie platen maken.

De aanleiding voor ‘Shipbuilding’ was dat Costello’s maat Clive Langer er niet helemaal uitkwam qua muziekje dat hij had liggen voor Robert Wyatt. Hij verzocht Costello om een bijpassende tekst. Nu moet je weten: tegelijkertijd (1982) speelde de Falklandoorlog, één van de meest zinloze oorlogen ooit uitgevochten. Over twee landen die de problemen thuis trachten te verdoezelen door een zeeslag te ontketenen. De Britse marine werd door Thatcher richting Zuidpool gedirigeerd om daar landje te heroveren op de Argentijnen. Een korte strijd ontspon zich met als resultaat (ik heb het even nagezocht) 907 doden, waarvan 649 Argentijnen. Trieste climax was ‘the sinking of the Belgrano,’ waarbij een Argentijnse kruiser werd getorpedeerd met 323 doden als gevolg. De Britse sensatiepers bracht het als overwinning, en The Sun kopte ‘Gotcha,’ hetgeen nog steeds geldt als dieptepunt in de geschiedenis van de vrije pers. Alsof het om een videospelletje ging.

costellonn

In zijn vorig jaar verschenen autobiografie ‘Unfaithful Music & Disappearing Ink” memomeert Costello het ontstaan van het nummer. Hij was met zijn band op tournee in Amerika en moest die hele debiele oorlog daar via de media vernemen. Het verzoek om tekst kwam op een geschikt moment, zo kon hij mooi zijn frustraties van zich af schrijven. Costello verwerkt in dit nummer persoonlijke familieherinneringen aan het plaatsje Birkenhead (je weet wel, vanuit Liverpool is dat ‘a ferry across the Mersey’). De nazi’s bombardeerden daar ooit de scheepswerven, een huis van een familielid kreeg een voltreffer te verwerken. Tegelijkertijd stond de Britse scheepsbouw toen bol van activiteit, menigeen vond er emplooi. Ondertussen werden de zonen naar het front gestuurd… Je begrijpt het al: dilemma’s, contrasten, groot en klein leed… geschikt basismateriaal voor Elvis Costello.

De tekst van het liedje is brokkelig en abstract, het lijkt de kwestie vanuit meerdere invalshoeken te willen bezien, met als hookline: ‘Diving for dear life, when we could be diving for pearls.’ Maar per saldo is ‘Shipbuilding’ een bijtende anti-oorlogs pianoballade, gezongen door een zachtaardige man in een rolstoel, Robert Wyatt: “the saddest voice on earth,’ Juist daar ligt wellicht de kracht van dit lied: verfijnde kwetsbaarheid als tegenwicht aan lompe agressie, daar kon geen razende punkband tegenop.

Het plaatje kwam uit op Rough Trade Records (catalogusnummer 115) en het zou meteen de allereerste hitparadenotering worden voor dat label. Wellicht dat de verkopen gestimuleerd werden door het feit dat het uitkwam in vier verschillende hoesjes. Alle vier in de vorm van een zogenaamde leporello, een grafische term voor een uitklapbaar drukwerk. Op alle vier staan noest arbeidende arbeiders afgebeeld, alles van de hand van de Britse schilder STANLEY SPENCER (1891-1959).

costello2

De vier Shipbuilding-hoesjes. Met riveters (boven) en riggers (onder).

costello 1

Twee afbeeldingen staan op de hoes omschreven als ‘riggers.’ In goed Nederlands zoiets als ‘touwwerkers’ en/of ‘zeilwerkers’ De andere twee worden ‘riveters’ genoemd, metaalwerkers dus, of letterlijk: klinknagelaars. De vier afbeeldingen maken een deel uit van een groter geheel van een hele serie schilderijen, gezamenlijk bekend onder de naam ‘Shipbuilding on The Clyde,” daarbij doelend op de scheepswerven aan de rivier The Clyde bij Glasgow. Stanley Spencer had destijds van hogerhand opdracht voor dit grootse werk gekregen, en dat had er alles mee te maken dat zijn familie brodeloos was geraakt aan het begin van WOII.

Een paar jaar terug nog is het complete ‘Shipbuidling on The Clyde’ gerestaureerd, onder andere met financiële steun van Sir Alex Ferguson, wiens vader en oom in de oorlogsjaren in de havens van Glasgow hadden gewerkt. Het grootste deel van het werk is nu te bewonderen in het Imperial War Museum in Londen.

Elvis Costello nam het nummer later zelf ook op, het maakt deel uit van zijn door een houterige blazerssectie geplaagde album ‘Punch the Clock’ uit 1983. Elvis’ eigen versie van dit nummer mag er echter wezen, het steekt met kop en schouders boven de andere nummers van die plaat uit. Dat ligt zeker ook aan de trompetbijdage van niemand minder dan Chet Baker, die enkele hele fraaie, gevoelige riedels speelt.

Over Chet Baker gesproken, amper vijf jaar na de opname legde hij het loodje toen hij – net als Robert Wyatt 15 jaar eerder- uit een raam viel. Een raam van Hotel Prins Hendrik in Amsterdam in dit geval. Toeval of niet: even verderop, in een ander Amsterdamse hotel (in de rosse buurt volgens Costello zelf), maakte Anton Corbijn in 1977 een iconische Costello-foto, en laat die nou de kaft sieren van genoemde Costello-autobiografie!

chet baker

Ingemetselde gedenkplaat op de Prins Hendrikkade, Amsterdam.

costello book

Onderuit in Amsterdamse hotelkamer

Overigens horen we op zowel de Wyatt- als de Costello versie Costello’s vaste side-kick Steve Nieve de pianopartij spelen. Grappig is dat deze Steve Nieve bij de burgerlijke stand gewoon Steve Nason heet en dat hij zijn bijnaam (Steve Naive dus eigenlijk) te danken heeft aan Ian Dury. Met Ian Dury namelijk waren The Attractions op toernee ten tijde van de befaamde Live Stiffs-tour. De toen ongeveer 19-jarige Steve stelde per ongeluk een bijzonder onnozele vraag “What is a groupie?” Nou, en dan moet je niet bij Ian Dury zijn! 🙂

Maar ik dwaal af. ‘Shipbuilding’ is in de loop der jaren uitgegroeid tot een bescheiden klassieker van formaat, het behoort onbetwist tot de fraaiste werkjes uit de Costello-catalogus. Ook hoorde ik laatst nog iemand lyrisch doen over de versie die Suede er 13 jaar na dato van maakte. En om de cirkel nog wat ronder te maken toog Costello een aantal jaren terug naar Argentinië om daar met lokale musici een geheel eigen (Spaanstalige) versie van te brouwen.

Met ‘Shipbuilding’ vielen ook wat schellen van Costello’s ogen, want hij begon in te zien dat politiek getinte teksten best wel effect konden hebben. Een jaar later zou hij ‘Free Nelson Mandela’ van ‘The Special AKA’ produceren, en dat zou uitgroeien tot een wereldhit. Van Mandela had tot dan toe vrijwel niemand buiten Zuid-Afrika gehoord, maar dankzij dat nummer kwam de kwestie op de politieke agenda te staan en dat leidde uiteindelijk tot zijn vrijlating. En dat leidde weer tot zijn presidentschap. Zo zie je maar weer… de kracht van popmuziek mogen we niet onderschatten.

costello3

 

 

 

Comments

comments

Tags: , , , , , ,


About the Author



Comments are closed.

Back to Top ↑