Klassieker

Published on augustus 13th, 2013 | by debramster

2

¡Caramba, Los Saicos son de puta madre!

Zo! Tijd voor een stukje opzienbarende muziekgeschiedenis dat je wereldbeeld grondig zal doen kantelen. De wortels van de garage en punk blijken namelijk niet in de Verenigde Staten te hebben gegroeid zoals je lange tijd dacht, maar – of all places – in Peru. Streep The Sonics, The Kingsmen, The MC5 en The Stooges maar door als de aartsvaderen van opwindingsgestuurde muziek met vuige schreeuwteksten en vul in met hoofdletters: LOS SAICOS.

Je hoeft geen vloeibaar Spaans te spreken om te snappen dat deze heren uit Lima zichzelf dus psychopaten noemden. Eigenlijk hadden ze zichzelf Los Sádicos genoemd (de sadisten), maar schrapten een letter na door de locale censor op de vingers getikt te zijn. In de oren van hun ouders heeft de muziek vast aangesloten bij beide namen, bij de lokale jeugd daarentegen viel het kwartje onmiddellijk. Los Saicos brachten tussen 1965 en 1966 zes singles uit, die zonder uitzondering grote hits werden. De tweede single Demolición, waarin de band luisteraars opriep het treinstation te slopen, groeide zelfs uit tot een regelrecht jeugdanthem; het My Generation van Peru, zeg maar. Een flauwe verwijzing naar een verband tussen het succes van de opzwepende klanken van de band en de groeiende productie van cocabladeren in het land ligt natuurlijk voor de hand, maar daar gaan we ons hier niet schuldig aan maken.

Teenage terror in the schools!

Een betere verklaring voor de vruchtbare voedingsbodem voor het succes van Los Saicos was een brede appreciatie in Peru van hedonistische Noord-Amerikaanse teenage angst speelfilms (we noemen hier even een Rebel Without A Cause en een Blackboard Jungle) van eind jaren 50. De Peruaanse jeugd modelleerde zich kwa uiterlijk  aan de dandyeske Londense Teddy Boys, die ook naar die films hadden gekeken. Net als de Britse Teds luisterde jong Peru eind jaren vijftig massaal naar Bill H, Elvis P. en Eddie C. In Groot-Brittannie leverde dat The Beatles, The Rolling Stones en The Animals op, in Peru dus Los Saicos.

Nummer 1 in Nederland toen Demolición in Peru door de geluidsbarrière ging

In de periode 1965 tot 1966 was de band dus mateloos populair en had zelfs een eigen televeeprogramma. Los Saicos maakten na die zes singles echter geen geen album, zoals je zou verwachten. Neen, tegen alle verwachtingen in hield de band er gewoon ineens mee op, het land in opperste staat van Saicomania achterlatend. De band stopte niet alleen, de leden leken van de aardbodem verdwenen. Dat leidt natuurlijk tot stevige mythevorming.

Ta-ta-ta-ta-ta-ta-ta-ta Ya-ya-ya-ya, Los Saicos en vivo 2011

In 2006 reunieerde de band. Twee leden bleken, zonder het van elkaar te weten, naar de VS te zijn verhuisd. Zanger Erwin Flores was daar baas van een medicijnfabriek en speelde in zijn vrije tijd in een salsa-ensemble. Gitarist Cecar Castrillion was met pensioen en gaf gitaarles in de kerk. Gitarist Rolando Carpio bleek intussen helaas overleden, maar drummer Pancho Guevara was nog springlevend in Lima. Na de hernieuwd kennismaking en met een nieuwe gitarist ging de band weer wat optreden en in 2011 verscheen er zelfs een documentaire over de band. Intussen is het gebundelde werk van de band (twaalf nummers, geen vullers!) ook nog eens opnieuw uitgebracht op het Spaanse Munster-label.

Saicomania

De band anno nu brengt voorwaar geen rollator-rock. Sterker nog: Erwin’s stem heeft niets aan rauwheid verloren. Zo’n lange onderbreking van je carrière is dus toch ergens goed voor. Los Saicos zullen sowieso nooit verloren gaan. Ze hebben fans op hoge plaatsen (we noemen een Jello Biafra, we noemen een Black Lips) en de laatste jaren horen we op elk festival waar we komen wel een of andere band Demolición kufferen. Wij concluderen dus: Los Saicos para siempre!

Comments

comments

Tags: , , , , ,


About the Author



2 Responses to ¡Caramba, Los Saicos son de puta madre!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back to Top ↑