Overig

Published on april 11th, 2012 | by snoeischaar

4

Lekker gumbo bikken in New Orleans, part 1

Op de heenweg in het vliegende tuig lees ik in één ruk Zeitoun van Dave Eggers uit. Gaat over een vriendelijke aannemer uit New Orleans van Syrische afkomst. Hij is zéér geliefd bij iedereen die hem kent, en als hurricane Katrina toeslaat besluit hij in de stad te blijven om zijn bezittingen te beschermen en buurtgenoten in nood te helpen. In een vlaag van totale post-nine-eleven-paranoia wordt hij echter opgepakt en zonder opgaaf van redenen een paar weken in de isoleer gezet.  Leuk en vlot leesbaar boek, dat zeker, maar van een beetje effectbejag is de schrijver niet vies. Sterker nog: als ik niet zo intelligent was had ik zomaar boos kunnen worden over zoveel onrecht! Maar wel een toepasselijk boek dus, met deze trip voor de boeg.

Tussenlanding, de aansluiting met de vlucht naar New Orleans mislukt op het nippertje, zodat we noodgedwongen een dagje in Philadelphia  moeten rondzwerven, er zijn ergere straffen. Mooie stad, slechts 160 km van NYC, gelegen aan de brede rivier de Delaware, en er is ook nog een imposant Chinatown. De binnenstad oogt statig, met veel ouwe shit, dat te maken heeft met de onafhankelijkheidsverklaring, William Penn, de grondwet, etc. In dat kader is er ook een groots gepromote Bruce Springsteen-tentoonstelling in het National Constitution Center, hij is immers de man die individuele vrijheden bepleit, zo wordt er geredeneerd (“Celebrate freedom of expression at the must-see exhibition From Asbury Park to the Promised Land: The Life and Music of Bruce Springsteen!”). Er is ook de Sound of Philadelphia Studio, een soort museum gewijd aan de Philly Soul (O’Jays, The Three Degrees, Billy Paul, etc.). Maar schade, ook geen tijd om daarheen te gaan. En al helemaal niet om ook naar het Philadelphia Museum of Art te gaan, op de trappen daarvan werd de beroemde scène uit Rocky III met Sly Stalone opgenomen, er schijnt zelfs een standbeeld van hem te staan daar, gemodelleerd naar die scene. In plaats daarvan bewonder ik dan maar in het lokale hard-rock café een ingelijst minuscuul zwart topje van Blondie, je moet toch wat.

Effe verderop ligt Newark, New Jersey, en laat dat nou de plek zijn waar net op die dag Whitney Houston ter aarde wordt besteld. Overal waar je komt is de plechtigheid dan ook live op TV te zien, gelardeerd met eindeloos herhaalde clipjes van la Houston….er zijn lichtere straffen! Bobbie Brown is even Public Enemy Number One,…alsof hij er verantwoordelijk voor is dat dat mens niet met drugs kon omgaan.

Volgende dag dan, aangekomen in New Orleans volgen we meteen strak ons geplande programma, en dat betekent hop meteen in de taxi, op weg naar The Spellcaster Lodge! The Spellcaster Lodge is een eigen “club” van het fenomeen Quintron, dat hij gebouwd heeft in de kelder/garage van zijn eigen huis (zoiets zie ik Henk Westbroek nog niet zo gauw doen, maar dat terzijde). De tent was in 2005 ernstig beschadigd door Katrina, maar een jaar later alweer heropend. Als we aankomen staan we wat ongelovig om ons heen te staren, huh… waar is die club dan? Yeah, zegt een behulpzame buurtbewoner, je moet daar dat donkere steegje in, en dan na een meter of 20 linksaf een achtertuin in, daar is het ongeveer.  De sfeer binnen is eh…bijzonder, overal aan de muren hangen exotica, en achter de bar een paar fraai uitgedoste meiden. De plee is ingericht als een shrine, een ode aan 50s en 60s New Orleans rhythm and blues fenomeen Ernie K-Doe. Op het podium staan een stuk of vijf jonge meiden met fraai beschilderde en ontblote bovenlijven een poging tot het maken van electro te doen. Zeer gedurfd, dat zeker. Zelf ben ik de schijterig om naar voren te stappen om een paar memorabele kiekjes te schieten, maar mijn reisgenote E. heeft daar juist de grootste lol in, dus zo vullen we elkaar goed aan.

In de tuin raken we tussen het gebladerte in gesprek met een paar slome gasten uit Baton Rouge, en die lui blijken werkelijk ALLES te weten van het Nederlands elftal, van total football, van de bestuurscrisis bij Ajax, en over the famous Cruijff-moves die ze op YouTube hebben gezien. Bijna gênant om mee te maken, zo diep buigen ze voor ons!

De volgende dag wat meer tijd om wat te weten te komen over stad en staat. Louisiana is vernoemd naar Louis XIV, de Zonnekoning dus. Een beslissend moment in de geschiedenis van New Orleans en Louisiana was The Louisiana Purchase uit 1803. President Jefferson probeerde toen een stuk strategisch gelegen land (New Orleans plus omgeving) te verkrijgen dat tot dan toe afwisselend in de handen van de Fransen en Spanjaarden was geweest. Zonder enig bloedvergieten kocht een afgezant van Jefferson een veel groter dan bedoeld stuk land van Napoleon. Alleen niemand had erop gerekend dat het zo’n GIGANTISCH oppervlakte zou zijn. Het betrof een gebied van dik 2 miljoen vierkante kilometer westelijk van de rivier de Mississippi, dat zich uitstrekte van de Mexicaanse Golfkust tot aan de Canadese grens, en besloeg het landgebied van 15 huidige staten, it doubled the size of the United States overnight. De USA betaalden er circa 15 miljoen dollar voor, omgerekend zo’n 3 dollarcent per acre! Zo gezien zich een schijntje, maar tegelijkertijd destijds zo’n beetje de halve staatsbegroting van de USA, het land ging er zowat aan onderdoor. Napoleon had er zo zijn eigen redenen voor om zo makkelijk het boeltje van de hand te doen, hij wilde de Engelsen zo een voet dwars zetten in hun expansiedrift. Kortom: razend interessant allemaal!

In slavenhandelsstad New Orleans golden op dat moment nog Franse wetten, en die hielden ondermeer in dat de slaven op zondagen vrij hadden. Die vrije dag werd uitbundig gevierd op Congo Square, met trommels, dans en (met dank aan de Spanjaarden) veel blaasinstrumenten. En uit dit heksenbrouwsel werd nou de jazz geboren, dames en heren!

Volgende dag, avondprogramma in Siberia, een punkhol al la ACU/dBs: ze hebben deze avond de Memphis-gitaarscene uitgenodigd, ofwel Jack Oblivian and the Tearjerkers, John Paul Keith en de Missing Monuments. De Memphis gitaar-scene, nou die hebben we de laatste jaren in Utrecht al met regelmaat voorbij zien trekken. Ga maar na wat er zoal in dbs en Ekko te zien was: Naughty Knights, South Filthy, Boston Chinks, Jay Reatard, Lost Sounds, Harlan T-Bobo, etc. Vaak wel leuk hoor dit soort bands, maar wat mij betreft vanavond teveel van die mid-tempo conventionele gitaarrock. Mij raakt het niet, t ís allemaal errug tradioneel en voorspelbaar, het ene oor in en, je raadt het al, het andere weer uit. Plotseling lijkt niets in het leven stompzinniger dan met een flesje bier in je hand naar een middelmatige band te lopen staren. Dan maar gauw naar buiten St Claude Avenue checken: overal feestende en uitgelaten mensen, wow. 

En dan de volgende dag. In een tent genaamd One Eyed Jacks hangt een hardcore party sfeer. De bands vanavond THE MARIJUANA DEATH SQUADS:, THE BASS DRUM OF DEATH en QUINTRON & MISS PUSSYCAT.

THE MARIJUANA DEATH SQUADS -Ik citeer voor het gemak maar even een pr-verhaaltje-  are comprised of multiple drummers, a slew of electronic instruments, and highly effected vocals, their live shows are a violent onslaught of improvised electronic-hardcore. They began as a side-project of Building Better Bombs, which is why all members of BBB are also in Marijuana Deathsquads. Their live shows, as well as studio recordings, feature multiple colaborations with a ton of outsourced musicians. This results in a constantly evolving experience, teeming with spontaneity and surprise. Het eind van hun optreden is opmerkelijk. De stage-manager komt halverwege een nummer het podium opstappen en trekt doodleuk her en der wat pluggen uit stukken electronica. En de band accepteert het alsof het de normaalste zaak ter wereld is. This is America … Maar evenzogoed, kortom en clichématig gesproken:: een verdomd goeie band waar we nog veel van kunnen verwachten.

 

THE BASS DRUM OF DEATH kennen we nog van hun snoeiharde optreden een paar maanden terug in Acu, Utrecht, zie ook de recensie van the Bramster op deze blog dd nov 2011. Dat het ook een stuk genuanceerder kan bewijst dit optreden, met bijna prettig beluisterbare popliedjes. Het zijn nog maar jochies, deze gasten uit Oxford, Mississippi (net als wijlen R.L. Burnside overigens), maar ze winnen snel aan zelfvertrouwen. Hun debuutplaat op Fat Possum vond ik tegenvallen, nog teveel een hoop kankerherrie, but underneath all that angst there is a whole lot of talent las ik ergens, en zo is het maar net.

HAR MAR SUPERSTAR. Persoonlijk had ik nog nooit van die gast gehoord, maar het blijkt in de USA een fenomeen. Zoek op internet zijn naam op en je komt hem overal tegen, bijvoorbeeld als gast bij optredens van MGMT, the Strokes, the Yeah Yeah Yeahs, etc. Hij staat bekend als mafkees, exibitionist, geilneef, cultfiguur, egotripper, etc. Plus hij vertoont een striking resemblance met pornoster Ron Jeremy, ook niet mis, En hij heeft ook al vier solo-albums op zijn naam staan, wat mij betreft allemaal een beetje in de lijn van the Scissor Sisters. In de One Eyed Jacks wordt hij deze avond met veel gejuich ontvangen. Ondermeer begeleid door de mannen van de Marihuana Death Squads gaat hij -a la The Legendary Stardust Cowboy tijdens diens Nederlands comeback-tour rond 1988- al snel over tot een originele striptease, niet gehinderd door enige overtollige lichamelijke ballast. Gelukkig heeft iemand een nummertje (cover van Tell It To My Heart van Taylor Dayne) van dit optreden op YouTube gezet dus niemand hoeft iets te missen. Zomaar een YouTube-commentje: even though this guy is short, fat and balding, he is oooooozzzing with sex appeal!

Over het fenomeen QUINTRON & MISS PUSSYCAT zijn hele pagina’s te vullen. Vanuit hun thuisbasis New Orleans bestookt dit duo/echtpaar de wereld met totaal uitgefreakte partymuziek, behalve organist/zanger (reeds een stuk of 13 albums op hun naam) is hij ook nog eigenaar van The Spellcasters Lodge (zie hierboven) en uitvinder van bizarre stage-props zoals ”the Drum Buddy”. Zij zingt en danst mee, speelt vaardig de sambaballen (Vraag: wat is het meest onderschatte muziekinstrument in de popmuziek. Antwoord: de sambabal!) en neemt soms een eigen poppenshow mee, compleet met poppenkast op het podium. In New Orleans zetten ze de zaal compleet op zijn kop. En dan te bedenken dat ze een jaar of 15 terug (!) al eens Utrecht aandeden (het SJU-huis, of all places), maar dat had ik natuurlijk weer eens gemist.

Comments

comments

Tags: , , , ,


About the Author



4 Responses to Lekker gumbo bikken in New Orleans, part 1

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back to Top ↑