Nu uit!

Published on maart 2nd, 2014 | by snoeischaar

6

John Dwyer solo: alleen is maar alleen

Afgelopen week verscheen het, zonder (tot nu toe) al te veel opzien te baren: de debuut-solo-LP van Thee Oh Sees-frontman John Dwyer. Hij brengt deze plaat (titel: ‘Hubba Bubba’) uit onder zijn alter ego DAMAGED BUG en (vanzelfsprekend) is het een release op zijn eigen Castle Face Records.

damaged
This is your captain speaking. Your captain is dead. (ja, die heb ik van Hawkwind)

Nu heb ik die John al vaak live zien optreden met Thee Oh Sees, en (in Nijmegen) een keertje ultrakort persoonlijk meegemaakt. Toen kwamen we hem na afloop van het optreden tegen op straat, hij was net een doos platen uit de tourbus wezen halen. Uit een mini-praatje werd meteen duidelijk dat we hier met een zeer vriendelijke, beleefde en toffe peer te maken hebben. Ook moet ik nog even terugdenken aan die scene in Area 51 / Eindhoven waar hij –ook kort na een (wilde) show- hoffelijk doch resoluut een meisje van een jaar of 15 de kleedkamer uitwerkte. Het meiske was wellicht iets ondeugends van plan met die popsterren uit Amerika, maar voor dat soort flauwekul mot je niet bij John wezen. Ik wil maar zeggen: John is een integere gast, bij mij heeft hij altijd een streepje voor!

De hoes van Hubba Bubba toont ons een tekening van een verlaten cabine van een spaceship, zie hierboven. Een hennep-blad bungelt geinig als een mascotte voor de voorruit en hey verrek, daar staat daar een portret van Brian Eno centraal op de voorgrond! Dezelfde ingelijste foto die ook de hoes van diens debuut- en solo-album Here Come The Warm Jets van precies 40 jaar geleden ( januari 1974) siert, zie hieronder. Dat doet meteen de vraag oproepen waarom die opzichtige referentie naar die fascinerende, moeilijk te evenaren plaat daar zo neergezet is? Ik weet het niet (heb de Damaged Bug-plaat ook nog niet in huis, misschien is er een verklarende hoestekst?) maar waarschijnlijk vormt Eno (= het vleesgeworden experiment) dé muzikale inspiratie voor deze plaat, al valt dat er niet direct aan af te horen.

eno2

Wel wordt meteen bij de eerste beluistering duidelijk: ook John zoekt hier het experiment. Een lovenswaardig streven natuurlijk. De teksten gaan nu eens vooral over vervreemding. De vertrouwde Oh Sees hectiek is op Hubba Bubba grotendeels afwezig en ook het instrumentarium is radicaal anders: behoorlijk minimaal en ‘leeg.’ Gitaren doen er hier niet zo toe en maken plaats voor synthezijkers en andere gekke apparatuur en sounds. Zijn stem en melodielijnen zijn – al dan niet vervormd-  soms wel weer helemaal Oh Sees (Gloves for Garbage bijvoorbeeld).

Hoog bezoek: Eno bij Toppop, 1974

Het doet en beetje pijn om te zeggen maar het resultaat is niet altijd even tof. Een aantal nummers klinkt slecht uitgewerkt, afstandelijk, sloom en/of saai. Het geheel klinkt niet doorleefd genoeg, een paar uitzonderingen daargelaten (Sic Bay Suprise bijvoorbeeld, maar dat klinkt dan ook als een Oh Sees nummer). Gezonde spanning wordt gemist, een buurthuisdrummer helpt daar niet bij. Het dreutelt vooral, bij gebrek aan tegenpolen in de studio waarschijnlijk. Heeft John soms alleen wat gezagsgetrouwe vriendjes uitgenodigd? Of heeft hij alles in zijn eentje ingespeeld? Hoe dan ook: je vraagt je af wat de innerlijke noodzaak is geweest om dit ding op de markt te brengen.

Conclusie: de continue hoge output van Thee Oh Sees, zoals bekend altijd gepaard gaan aan een even hoge kwaliteit, blijkt geen garantie dat de voorman ervan het helemaal op zijn eentje afkan. Harder gesteld: deze plaat komt voor geen millimeter in de buurt van Here Come The Warm Jets. Maar laten we dat als compliment beschouwen voor zijn band: John kan niet zonder! Gelukkig verschijnt er binnenkort alweer een nieuwe Thee Oh Sees-plaat…. (dat zou wat zijn: geproduceerd door Brian Eno).

 

 

Comments

comments

Tags: , , , , ,


About the Author



6 Responses to John Dwyer solo: alleen is maar alleen

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back to Top ↑