Klassieker

Published on september 25th, 2022 | by snoeischaar

0

Hup oranje! Die maffe, elfde LP van The Fall

Luid gejoel, omgekeerde vlaggen, de middelvinger opsteken naar een koning die liever zou willen wegduiken in die Gouden Koets…. Zijn we nou helemaal van de ratten bezeken? Nee, met de koningsgezindheid van ons volk is het bar slecht gesteld. Hoe anders is het in Groot Brittannië. Daar zijn ze dusdanig idolaat van alles wat naar monarchie riekt dat het ze alleen met de allergrootste moeite lukte om Elizabeth onder de grond te stoppen. Een band als The Fall, toch Engeland’s meest dwarsige post-punkband ooit, maakte zelfs eens een plaat die ons koningshuis centraal stelde. Echt waar! Daarom staan we vandaag stil bij de curieuste LP die The Fall ooit afscheidde: ‘I Am Kurious Oranj’ uit 1988. Een muziekstuk dat tevens de soundtrack vormde voor een balletvoorstelling!

Uit platenbakken vis je ‘m met soepel gemak want er is geen plaat die zo’n knaloranje hoes heeft als deze. Mark E. Smith kijkt ons aan met een zeldzaam open en bedachtzame blik. Op de achtergrond zien we danser Michael Clark en daarachter het decor van de Westminster Bridge en de Big Ben.

De achterkant.

Bij dit stukkie is een boek dat een paar maanden terug uitkwam zeer behulpzaam: ‘You Must Get Them All’ van Steve Pringle. Pringle is een soort Fall-wetenschapper, schrijft al jaaaaren over de band en houdt ook een Fall-blog bij. Zijn boek kun je met gemak een instant-standaardwerk noemen dat, zoals de popblaadjes zouden zeggen ‘in geen enkele boekenkast mag ontbreken,’ althans niet in kasten van ‘iedere zichzelf serieus nemende popliefhebber.’ Alle nummers van The Fall worden erin besproken, gerangschikt naar LP komen ze stuk voor stuk aan bod. Het resultaat is heul fijn, al is het ook weer niet zaligmakend. Het zijn steeds de meninkjes van een journalist (gelukkig wel steeds kritisch), steevast aangevuld met wat feitenmateriaal. Heel erg diep gaat Pringle niet op de liederen in maar aan de andere kant weet hij van elk nummer exact hoe vaak het live is gespeeld (!) wat het soms weer bijna pijnlijk accuraat maakt.

Titel komt van John Peel die ooit stelde dat het bijna ondoenlijk is om favoriete songs vanThe Fall aan te wijzen , eigenlijk moet je al hun platen in huis moet hebben.

Voor de oorsprong van de gelijknamige balletvoorstelling hoeven we het nou eens niet ver te zoeken, want die lag in Amsterdam, bij het Holland Festival. Het had deze organisatie behaagd de toen al befaamde Britse choreograaf Michael Clark te benaderen. Hem werd verzocht een voorstelling rond het personage Willem van Oranje te maken. In 1988 was het namelijk precies 300 jaar geleden dat Willem III van Oranje de Noordzee overstak om in het Verenigd Koninkrijk orde op zaken te stellen. ‘King Billy’ wist de legers van koning Jacobus II in de pan te hakken en hem van de troon te stoten, een feit dat in Groot Brittannië sindsdien bekend staat als de Glorious Revolution, en bij ons als de Roemrijke Omwenteling.

De wat raadselachtig aandoende titel ‘I Am Kurious Oranj’ ontleende MES rechtstreeks aan een vrijgevochten Zweedse erotische sixties-film, die destijds in twee delen verscheen: ‘I Am Curious (Yellow),’ uit 1967 en “I am Curious (Blue) uit 1968. Niet toevallig vormen die twee kleuren samen de Zweedse vlag. Vanwege enig expliciet naakt werd de film in de USA geweerd, wat de Brits pers  -en  laat dat maar aan de Britten over-  er meteen toe bracht het tot een ‘pornofilm’ te bestempelen.

Nou was die Michael Clark niet de eerste de beste danser. Hij stond destijds al te boek als een brute vernieuwer, als de man die kistjes introduceerde als schoeisel voor dansers/essen, als the radical dancer who brought punk to ballet. Het was dus best wel een gewaagd idee van het Holland Festival om hem te betrekken. Op zijn beurt benaderde Clark zijn maat Mark E. Smith met de vraag of The Fall hem muzikaal wilde bijstaan bij de dansvoorstelling. Nou, dat wilde MES wel.

Clark en Smith kenden elkaar al, al eerder hadden ze samengewerkt. Vier jaar daarvoor ontstond dat toen The Fall op TV debuteerde bij het BBC-popprogramma The Old Grey Whistle Test met het liedje ‘Lay of the Land.’ Iemand bij de BBC vond het kennelijk een goed idee om de band te koppelen aan de Michael Clarke Company, zoals de ‘dance-troupe’ heette. Clarke en Co dansten mee in kostuums waarvan het bips-gedeelte eruit geknipt was. In een later interview zou Mark E. Smith zich vrolijk maken om die TV-opname want hihi, thuis in Manchester hadden ze er flink van opgekeken. “That was very funny because all the parents of the group were waiting, because it was the first time we were on TV… and all they get is Michael showing his arse off.”

En ook eerder, in 1986, had Mark E Smith zich op ander een historisch personage gestort. In Hey! Luciani ging het over het over Paus Johannes Paulus I, een Italiaan wiens echte naam Albino Luciani was. In 1978 werd deze benoemd tot paus maar al 33 dagen later overleed hij, waarmee hij de kortst regerende kerkvorst ooit was. Dat gaf voeding aan diverse samenzweringstheorieën en Mark E Smith wist daar wel raad mee. Smith schreef een heus toneelstuk over hem, getiteld ‘Hey Luciani, The Life and Codex of Pope John Paul I. Twee weken lang werd het stuk opgevoerd in Londen, waarbij ook de befaamde mode-ontwerper Leigh Bowery betrokken was.

Dus ja, met historische figuren kon je altijd wel bij huize Smith wel aankloppen, temeer omdat hij, zoals ik op een hoestekst lees, altijd al een ‘historical geek’ was. Pringle benadrukt echter dat Smith zowel voor Hey! Luciani als voor Kurious Oranj nauwelijks de moeite had genomen om gedegen research te plegen. Pringle voegt daaraan toe dat Smith zijn medewerking had toegezegd aan Kurious Oranj ondanks het feit dat hij, in zijn eigen woorden, ‘sod all’ van het onderwerp wist. Nee, voor een serieus stuk geschiedschrijving moest je niet bij Mark E. Smith wezen! Daarvoor was Hij (1957-2018) te nonchalant en misschien ook wel te lui, hij ging liever associatief te werk.

Van het Holland Festival editie 1988 vond ik laatst zowaar het programmaboekje, hoera! Wat meteen opvalt is de primitieve zwart-wit opmaak van het binnenwerk, al komt de voorpagina nog enigszins eigentijds over. Het geheel herinnert stevig aan het pre-internet tijdperk: kaarten voor voorstellingen kon je telefonisch bestellen of door het invullen, uitknippen en opsturen van een coupon. In de aankondiging voor Kurious Oranj zien we Michael Clark prominent op de foto staan, The Fall figureerde voor de organisatie (‘direkteur: Adriaan ’s Gravensande’) kennelijk vooral als begeleidingsband. Of er destijds veel poppubliek op af kwam waag ik te betwijfelen, want tja, behalve dat de marketing zich toespitste op het dansaspect stond dat Holland Festival nou niet bepaald bekend als underground-cool, daarvoor was/is het festival te elitair, te high culture en waarschijnlijk ook te duur, zeker ook voor die barre late 80s-periode waarin een goed deel van de Hollandse Fall-aanhang waarschijnlijk nog gewoon in kraakpanden woonde.

Op 11, 12, en 13 juni 1988 vond het allemaal plaats…

Nieuwsgierig naar wat er destijds zoal over de voorstelling is geschreven doorploeg ik een paar bananendozen vol oude OOR-en. En verdomd, in de editie van 2 juni 1988 staat zowaar een vier-pagina artikel van de hand van ene Bambi Delver. In dit artikel wordt een portret geschetst van bovengenoemde Leigh Bowery, een Australische vriend van Clarke die aan Kurious Oranj meewerkte en destijds een gevierd mode-ontwerper was. Delver mocht samen met een fotografe afreizen naar Londen en Bowery wat uitspraakjes ontlokken (‘London hééft iets, al weet ik niet precies wàt. Ik denk dat het ook met het land zelf te maken heeft, het is echt aan het wegrotten. En juist uit de ruïne die het land momenteel is, komen allerlei fantastische ideeën’). Maar verder geen woord over The Fall, of zelfs maar over de voorstelling. Dat Oor destijds toch zo groots uitpakte met een artikel over een mode-ontwerper had denk ik alles te maken met het feit dat men de hete adem in de nek voelde van concurrent Vinyl (ofschoon dat blad in februari ‘88 al het loodje had gelegd). In de daarop volgende Oor-nummers staat er geen recensie van de voorstelling, maar er wordt dan weer wel stilgestaan bij Test Department die ook al een dansvoorstelling muzikaal begeleidde. Overigens, met Leigh Bowery zou het niet goed aflopen, in 1994 overleed hij aan aids.

Uit: Oor

Over de samenstelling van The Fall ten tijde van Kurious Oranj heb ik het nog niet gehad. Die was bijzonder want er speelden twee dames in, en beiden waren ook nog eens van Amerikaanse komaf: de platinablonde gitariste Brix Smith en de rondborstige keyboardiste Marcia Schofield. Brix Smith was destijds tevens de echtgenote van Smith, maar juist ten tijde van Kurious Oranj was het Smith-Smith huwelijk op de clips aan het lopen, voornamelijk ten gevolge van excessief drugsgebruik van manlief. Het schijnt dat Brix Smith (daarom) een flink deel van de nummers van Kurious Oranj geschreven had, al zou ze daar doodleuk nooit de credits voor krijgen (van je vent moet je het hebben…) . De rest van de band bestond uit de gebruikelijke lomperikken die je bij The Fall kon verwachten: Craig Scanlon – gitaar, Stephen Hanley – bas en Simon Wolstencroft – drums. Van die drie had drummer Wolstencroft een opmerkelijk muzikaal verleden want al eerder had hij gespeeld in vroege incarnaties van zowel The Smiths als The Stone Roses (!). Kurious Oranj werd ook nog eens voor een flink deel opgenomen in de Cargo 16 Studio in Rochdale, en dat was weer eigendom van Peter Hook. Zo zie je maar weer, het was ook toen al een klein wereldje daar in Manchester…

Afijn, Smith & co stortten zich vol overgave op het project Kurious Oranj. Twee probleempjes doemden daarbij op: het element tijd speelde ze parten want er lag, zeer ongebruikelijk voor de band, een keiharde deadline terwijl ze juist bezig waren met een uitgebreide tournee. Het Holland Festival zou in juni ’88 plaatsvinden dus tegen die tijd moest alles kant en klaar zijn. Vandaar dat teksten en muziek vooral in hotelkamers tot stand kwamen. Bijkomend probleem was dat de muziek ook nog eens naadloos moest passen bij de dansvoorstelling dus alle muziek moest nauwkeurig uitgeschreven worden en reproduceerbaar zijn, en afgestemd met Clark. Bij het beluisteren van Kurious Oranj hoor je niet voor niks een paar keer een metronoom meelopen. Wellicht vanwege het arbeidersethos dat de band zo kenmerkt kwam alles toch nog op zijn pootjes terecht.

Twee singles werden er van I Am Kurious Oranj getrokken, ‘Jerusalem’ en ‘Big New Prinz.’ Qua artwork goed aansluitend bij het oranje-thema en gestoken in een mooie box. Ook een ansichtkaart is bijgesloten, getekend door keyboardbespeelster Marcia Schofield
Zoemen we even in op die ansichtkaart. Gaat ook over het (broodje aap?) verhaal dat Willem van Oranje als eerste in het Verenigd Koninkrijk een staatskliniek voor syfilislijders liet openen

De voorstelling ging op 11 juni 1988 in première in de Stadsschouwburg van Amsterdam, en zou daar op 12 en 13 juni in herhaling gaan. Vervolgens trok het circus door naar Schotland alwaar het in augustus ’88 deel uitmaakte van het Edinburgh Festival. In het lokale King’s Theatre vonden zes voorstellingen plaats. Tenslotte werd London aangedaan, in het historische Sadler’s Wells Royal Ballet (capaciteit: 200 stoelen) werd de boel afgesloten met nog eens 19 voorstellingen in september en oktober. Kort daarna, op 24 oktober, kwam het soundtrack-album ‘I am Kurious Oranj’ uit, op het Beggar’s Banquet-label.

De voorstelling moet er tamelijk bizar uitgezien hebben. Brix Smith die zittend en gitaarspelend op een gigantische hamburger het toneel over getrokken werd door Leigh Bowery himself, verkleed als een pot Heinz tomaten ketch-up, en dat afgezet tegen een giga-decor van de Westminster Bridge en Big Ben. Een manshoog, omgevallen McDonalds-bakje lag op de hoek van het podium patat uit te stallen. Wat dat alles met de Glorious Revolution te maken had is tot op de dag van vandaag onduidelijk gebleven… Op een gegeven moment gingen dansers verkleed als voetballers van the Rangers en Celtic het podium op, ze speelden ‘The Old Firm’ na (dwz het klassieke treffen tussen beide clubs uit Glasgow). In de optiek van Clarke lag dit voor de hand want de rivaliteit tussen beide clubs heeft veel te maken met hun katholieke vs. protestante achterban, en laat nou Willem van Oranje ook protestant geweest zijn, en Jacobus katholiek…  

Uit de voorstelling, maar dan geplaybackt

In het boek is Pringe gelukkig niet al te dweperig als het om Mark E Smith gaat. MES kende zeker zijn briljante momenten en alles bij hem ging gepaard met een visie, een zendingsdrang, een flair en een vastberadenheid waar je u tegen zegt. Maar tegelijkertijd kende hij als zanger-componist-tekstdichter zeker ook zijn zwaktes. Op Kuriuos Oranj is dat goed te horen: op zeker drie liedjes zingt hij nogal ongeïnspireerd 1-op-1 mee met het basloopje, op zeker twee andere liedjes bralt hij wat onsamenhangends. Nee, zijn teksten zijn lang niet altijd even briljant, we hebben het dan over de dunne scheidslijn tussen cryptisch, onbegrijpelijk of gewoon rotzooi.

Heel toepasselijk is de plaat in een knaloranje hoes gestoken. Laten we niet vergeten dat vrijwel gelijktijdig met de balletopvoeringen het Nederlands elftal het EK-voetbal ’88 won met zeer tot de verbeelding sprekend voetbal, dus wellicht heeft dat een rol gespeeld bij het aanwakkeren van de ‘oranjegezindheid’ bij MESsie.

Een van de kernleden van de Michale Clark’s dance-troupe was zowaar een Hollandse dame, Ellen van Schuylenburch.
Schuylenburch-fotootje komt van de binnenhoes van deze LP, een live-registratie dat jaren na dato zou uitkomen

Er zijn mensen die vinden dat The Fall in die Brix Smith-periode hun beste tijd beleefde maar ikzelf zet daar mijn vraagtekens bij. Want zowel qua uiterlijk (hipper gekleed) en qua sound (toegankelijker klinkend) leek de band hun heil in die periode meer richting de mainstream te zoeken. Met een serietje hitparade gerichte singles waarvan een deel bestond uit nogal gemakkelijke covertjes (Ghost in my House (van R. Dean Taylor), Mr Pharmacist (van The Other Half) en Victoria (van The Kinks) begaf de band zich op glad ijs. Dat hun sound wat prettiger in het gehoor kwam te liggen had weer alles te maken met de relatief keurige producties van respectievelijk (ex-Fall gitarist) Simon Rogers en (ex-Big in Japan) Ian Broudie. Die twee zouden elkaar overigens nog geen jaar na de release opzoeken en The Lightning Seeds beginnen. Met die band waren ze medeverantwoordelijk voor dat ene 1996-lied dat bijkans zou uitgroeien tot het nieuwe Engels volkslied : Three Lions, beter bekend als Football’s Coming Home. Als MES dat geweten had!

Maar hoe reageerde het Nederlandse publiek nou op de voorstelling? 34 jaar na dato is dat lastig na te speuren. Volgens een (ergens op YouTube) terugblikkende Michael Clark was het Amsterdamse publiek nogal ‘taken aback’ door het gebodene, daarmee suggererend dat die stomme Europeanen er weer eens niks van snapten. Maar good old (wijlen) Bert van der Kamp van Oor zag het net iets anders, in zijn recensie van de LP Kuriuos Oranj, dat in de Oor van 2 november 1988 verscheen kwam hij terug op de juni-voorstelling. Kom er maar in Bert! ‘Mark E. Smith en zijn band van twee dames en vier heren waren bij iedere uitvoering van dit ballet lijfelijk op het podium aanwezig, maar hun optreden leidde bij de gevestigde balletcritici tot veel onbegrip. Dansers met molentjes op hun hoofd representeren Clark’s clichékijk op ons kleine landje en Mark E. Smith doet er nog een schepje bovenop door een heel nummer (‘Dog is Life’) te wijden aan de hondenstront die bij ons het straatbeeld domineert en combineert dat dan weer met het klassieke ‘Jerusalem’ van William Blake (over uitersten gesproken…) . Smith heeft het niet zo op Hollanders begrepen, maar voor King Bill heeft hij helemaal geen goed woord over. ‘Check the guy’s record’ zingt/rapt hij in New Big Prinz. ‘He is nuts!’’

Comments

comments

Tags: , , , , , , , ,


About the Author



Comments are closed.

Back to Top ↑